Media coverage
1
Media coverage
Title Dieren-vrienden - Hoe zeer verschillende beesten elkaar het leven makkelijk maken Degree of recognition National Media name/outlet Quest Magazine Media type Print Country/Territory Netherlands Date 01/03/2014 Description Verschillende diersoorten leven zo vredig samen, dat je er een Disneyfilm van zou kunnen maken. Maar mutualisme, zoals dit soort vriendschap heet, is domweg eigenbelang.
Boer en melkkoe
Wie? Weidemier (Lasius flavus) en verschillende wortelluizen (zoals Geoica utricularia).
Voordeel voor de één? Weidemieren geven luizen een luizenleven. De mieren, die in heel Noord-Europa voorkomen, brengen luizen naar een ondergrondse ruimte onder een mierenhoop. De geslachtloze luis kan zich daar in alle
rust klonen en volproppen met plantenwortels.
Voordeel voor de ander? Luizen produceren een afvalproduct, honingdauw. Dat is een zoete en energierijke vloeistof die de mieren uit de achterkant van de luis zuigen.
Gaat dat altijd goed? De mieren beperken zich niet tot de honingdauw, maar eten ook de hele luis. Wel zijn ze zo slim om altijd een legertje luizen in leven te houden. Hoe hebben ze geleerd dat het handig is de luizen te sparen en ze te 'melken', en ze niet allemaal op te eten? Bioloog Aniek lvens van de Rijksuniversiteit
Groningen publiceerde in 2012 een onderzoek naar weidemieren en wortelluizen. De mieren hebben niet zozeer 'geleerd' dat ze luizen beter kunnen bewaren, zegt ze. 'Het is een kwestie van evolutie. Ooit werd het voordelig om die samenwerking aan te gaan. Mieren en luizen die dat deden, deden het kennelijk beter dan
soortgenoten die niet samenwerkten.' lvens onderzoekt hoe mutualisme precies is geëvolueerd (zie het kader 'Samen overleven').
Nog iets? Er zijn meer insecten die hun eten zelf kweken. Zo houden ambrosiakevers er een soort schimmelmoestuin op na. Ze leven in dode bomen, waar ze in kleine zakjes op hun lichaam Cmycangia) stukjes schimmel naartoe brengen. Die groeien in de boom weer uit tot schimmels waarvan de kevers eten.
Samen overleven
Hoe ontdekten dieren dat het handig is om samen te werken met een beest van een andere soort? Aniek lvens van de Rijksuniversiteit Groningen onderzoekt de evolutie van samenwerking tussen mieren en luizen. Er zijn een aantal voorwaarden voor mutualisme, legt ze uit.
'Ten eerste moet de kosten/baten-verhouding heel laag zijn. Bijvoorbeeld als de uitgewisselde stof een afvalstof
of bijproduct is, zoals de honingdauw van luizen.' De samenwerking mag dus niet te veel moeite kosten. Een andere voorwaarde voor succesvolle samenwerking is dat de betrokken dieren een vertrouwensband (of partner fidelity) kunnen opbouwen, bijvoorbeeld doordat ze dicht bij elkaar leven. Verder helpt het ook als er omstandigheden zijn waardoor de dieren worden gedwongen om samen te werken. Bijvoorbeeld als er voedselschaarste heerst, of extreme hitte. Individuen die onder zulke lastige omstandigheden niet samen kunnen werken sterven uit. De 'teamwerkers' van de soort blijven dan vanzelf over.Producer/Author Melanie Metz URL www.quest.nl/magazines/quest/maart-2014 Persons Aniek Ivens