Description
Juryrapport WIS Onderzoeksprijs Kunstgeschiedenis 2014
Zoals gebruikelijk presenteert de WIS in het jaar na de bando van de Onderzoeksprijs
haar resumé van de kandidaten, en haar keuze van de winnaar. Dat zou misschien
sneller kunnen, ware het niet dat deze periode ons als juryleden de gelegenheid geeft
om meer afstand te nemen van de verschillende publicaties, en te zien welke de
meeste resonantie opgeleverd hebben in het betreffende veld. U begrijpt, we gaan
niet over één nacht ijs bij het identificeren van de beste publicatie op het gebied van
de Italiëstudies.
De discipline van de WIS Onderzoeksprijs over 2014 is die van de
Kunstgeschiedenis, en de publicaties die dit keer voorlagen aan de jury zijn
verschenen in de periode 2011 tot en met 2013. Net als bij de voorgaande editie, die
de discipline van de Italianistiek oftewel de Italiaanse taal- en letterkunde betrof,
kunnen we terugkijken op een rijke oogst waarin zowel bekende academici als ook
jong talent te ontwaren is. Voorwaar een teken dat de studie van de Italiaanse kunst,
ondanks de afnemende ondersteuning van de zijde van de Nederlandse
universiteiten, waar de aandacht steeds meer uitgaat naar moderne en
contemporaine kunst die hetzij Nederlands, hetzij Angelsaksisch is, en de
toenemende concentratie op Nederlandse kunst bij gremia als NWO, nog steeds een
levende traditie is met onderzoekers die hun tijd hieraan wijden. Daarnaast maakte
deze uitgebreide oogst de keuze waar de jury voor stond zoals gebruikelijk moeilijk,
maar ook uitdagend.
Een aantal publicaties van formaat kwam van de hand van bekende
onderzoekers op dit terrein. We noemen hier mensen als Bernard Aikema, die
publiceerde over onder andere Titiaan en Lorenzo Lotto; Sible de Blaauw, die in een
aantal belangrijke studies bijdroeg aan het inzicht in de liturgische aspecten van
vroegchristelijke kerken in Rome; Lex Bosman, die studies wijdde aan
vroegchristelijke fases van Romeinse basilica's als de Sint Jan van Lateranen; Bram
Kempers, die onder andere publiceerde over de veranderingen aan de Sint Pieter in
de tijd van Julius II; Bert Meijer, die samen met enkele collega’s een nieuw deel
publiceerde in de serie van inventarissen van Nederlandse en Vlaamse werken in
Italiaanse collecties; en Jan L. de Jong, die een studie publiceerde over pauselijk
opdrachtgeverschap in de late vijftiende en zestiende eeuw. In deze groep vinden we
ook eerdere winnaars van de WIS Onderzoeksprijs, zoals Gert Jan van der Sman en
Maarten Delbeke, die beiden hun productiviteit op niveau wisten voort te zetten, en
Arnold Witte, die recent benoemd is als staflid van het Koninklijk Nederlands
Instituut in Rome.
Naast deze 'steunpilaren' van de Italiaanse kunstgeschiedenis in Nederland en
Vlaanderen heeft zich ook een jongere generatie aangediend van promovendi en net
gepromoveerden die reeds hun sporen hebben verdiend met interessante bijdragen
aan het veld. Onder hen bevinden zich Klazina Botke die, in het kader van een door
Henk van Veen opgezet project, publiceerde over Florentijnse patriciërs als
opdrachtgevers, Eelco Nagelsmit, die de totstandkoming van boek zes van Serlio aan
een onderzoek onderwierp, en Martijn van Beek die schreef over de interpretatie van
Guarino Guarini door de architectuurhistoricus Sigfried Giedion.
Twee zeer productieve en veelbelovende jonge kandidaten ontwaren we
onder de studiosi die uit Leiden afkomstig zijn – dat is bij deze editie überhaupt een
opvallend aspect, de Leidse impact op de Italiaanse kunstgeschiedenis, via de
onderzoeksgroep van Caroline van Eck – namelijk Elsje van Kessel en Joris van
Gastel, die beiden in 2011 promoveerden. Elsje van Kessel publiceerde onder andere
in Studiolo en Art History over Venetiaanse schilderkunst en poëzie, en droeg
hoofdstukken bij aan twee belangwekkende bundels over vroegmoderne cultuur.
Zeker net zo productief was Joris van Gastel, die verschillende opstellen over
beeldhouwkunst, materialiteit en de effecten op de beschouwer schreef voor
tijdschriften als Word & Image en daarnaast ook een bundel co-redigeerde over de
Paragone-kwestie. Daarmee kunnen we vaststellen dat in Leiden de aandacht voor
de Italiaanse kunst gelukkig voortzetting heeft gevonden in een actieve groep
onderzoekers en promovendi, hetgeen de WIS zeer toejuicht.
Bij het kiezen van de winnaar van de WIS Onderzoeksprijs hanteren we altijd
twee criteria die op zichzelf ongelijksoortig zijn, maar elkaar wel aanvullen: met het
onderscheiden van de beste publicatie willen we tegelijkertijd ook de 'beste
onderzoeker' belonen. Daarmee willen we enerzijds jong talent stimuleren, maar we
vinden het ook belangrijk om mensen die al langere tijd een bijdrage leveren aan het
vakgebied daarvoor erkenning te verlenen. Dit jaar hebben we daarom gekozen om
een 'steunpilaar' van de Italiaanse kunstgeschiedenis lof toe te zwaaien voor een
belangrijke bijdrage aan het vakgebied; daarnaast is de persoon in kwestie ook de
auteur van de publicatie die internationaal de meeste aandacht heeft getrokken. Uit
de rijke oogst heeft de WIS na rijp beraad namelijk besloten om Jan de Jong aan te
wijzen als winnaar van de WIS Onderzoeksprijs van 2014. Naast zijn vele bijdragen
in de vorm van artikelen over verschillende aspecten van de beeldende kunst in 16de-
eeuws Italië publiceerde hij namelijk ook, bij de belangrijke uitgever Pennsylvania
State University Press, in 2013 het boek The power and the glorification: papal pretensions
and the art of propaganda in the fifteenth and sixteenth centuries, over de wijze waarop
verschillende pausen, van Alexander VI tot en met Gregorius XIII (de periode tussen
1492 en 1585), hun politieke doelen ten aanzien van andere Europese heersers, de
stad Rome, of hun familie, visualiseerden door middel van kunstopdrachten. Het
boek is de weerslag van de jarenlange onderzoekservaring van Jan de Jong op het
gebied van de zestiende-eeuwse kunst in Rome.
Centraal staat de vraag welke autoriteit de paus nu precies heeft over wie (de
kwestie van de wereldse en religieuze plenitudo plenitatis), en hoe je een mechanisme
organiseert dat die autoriteit continu legitimeert. De Jong beantwoordt deze vraag
door zich te richten op propaganda die plaatsvindt via beelden – een exercitie van de
pausen die hij in het licht van de Reformatie een ‘achterhoedegevecht’ noemt. Er
worden, bekeken door de ogen van contemporaine bezoekers, vijf
decoratieprogramma’s bestudeerd waarvan de propagandistische inhoud in
expliciteit toeneemt: Pintoricchio’s fresco’s voor het Castel Sant’Angelo, de fresco’s
van Ripanda in het Conservatorenpaleis, de Zaal van Constantijn in het Vaticaans
Paleis, de anticamera del Consiglio in Palazzo Farnese in Caprarola, en de Sala Regia
in het Vaticaans Paleis.
Het boek is een zeer rijke versmelting van kunstgeschiedenis,
kerkgeschiedenis en politieke geschiedenis, op een toegankelijke en innemende wijze
geschreven. Het werd vrijwel direct door internationale recensenten opgemerkt en
geprezen, en de WIS sluit zich daar nu van harte bij aan. Daarnaast wil de WIS de
grote inzet waarmee Jan de Jong in Groningen al meer dan 25 jaar zijn ervaring en
kennis met veel enthousiasme aan studenten overbrengt, met deze prijs, bestaande
uit een oorkonde en een geldbedrag van € 1000, belonen.
Het bestuur van de Werkgroep Italiëstudies
werkgroep@italiestudies.nl
Period | 6-Oct-2015 |
---|
Media coverage
Media coverage
Title Juryrapport WIS Onderzoeksprijs Kunstgeschiedenis 2014 Date 06/10/2015 Producer/Author Het bestuur van de Werkgroep Italiëstudies URL https://docs.google.com/viewer?a=v&pid=sites&srcid=ZGVmYXVsdGRvbWFpbnx3ZXJrZ3JvZXBpdGFsaWVzdHVkaWVzfGd4OjQwY2FlZTI0MGE2NDliZjY Persons Jan L. de Jong
Keywords
- Rome
- Papal propaganda
- Power and Glorification