Sporten met plezier

Press/Media: Public Engagement ActivitiesPopular

Description

In de gemeente Groningen, maar ook elders, zien we dat vanaf een jaar of 14-16 veel jongeren stoppen met (team)sport. Andere activiteiten vragen dan om (steeds meer) aandacht, zoals school, werk, muziek, toneel, gaming en uitgaan. Maar jongeren kunnen op een bepaald moment ook afhaken vanwege blessures, geldgebrek, prestatiedruk, gebrek aan uitdaging, verhuizing of de slechte bereikbaarheid van de sportfaciliteiten. Dat is jammer omdat onderzoek laat zien dat - in het algemeen - sport goed is voor de fysieke, sociale, emotionele, en cognitieve ontwikkeling. Jongeren die met plezier sporten versterken hun sportieve en sociale vaardigheden, kunnen hun energie kwijt, verleggen hun grenzen, vergroten hun fysieke en mentale fitheid, en leren problemen op te lossen en hun emoties te reguleren. 

Wat kunnen we doen om uitval onder jongeren tegen te gaan? 

Uit een overzicht van een groot aantal studies naar uitval onder jongeren blijkt “gebrek aan plezier” – naast bovengenoemde factoren – de belangrijkste voorspeller van uitvalin de sport te zijn. Als de trainingen en de wedstrijden niet leuk meer zijn, dan is de keuze snel gemaakt: wegwezen. 

Een cruciale rol is derhalve weggelegd voor de trainer. Trainers bepalen niet alleen de werkwijze en de inhoud van de trainingen; ze hebben ook grote invloed op de sfeer en omgangsvormen binnen de groep. Naast louter sporttechnische aspecten zouden trainers daarom ook ruime aandacht moeten besteden aan psychosociale aspecten die plezier en motivatie van sportende jongeren positief beïnvloeden. Dit kan als volgt:

  1. Verdiep je in wat jouw sporters belangrijk vinden. Steeds beter worden? Eigen keuzes kunnen maken? Samen zijn met teamgenoten? Lekker fysiek bezig zijn zonder enige ambitie? Ondersteun en bekrachtig deze individuele doelen. 
  2. Benadruk plezier en het samen bezig zijn. Kies voor een gevarieerde aanpak. Dit kan niet alleen uitval, maar ook blessures als gevolg van overbelasting voorkomen. 
  3. Moedig je sporters aan hun uiterste best te doen. Wees lovend als ze alles hebben gegeven, en reflecteer op het leerproces: “Wat heb je geleerd?”
  4. Zet je in voor prettige en constructieve relaties met de ouders, ook omdat zij uiteindelijk de eindverantwoordelijkheid dragen voor het welzijn van hun kind.
  5. Houd het grotere geheel (“The Big Picture”) scherp in het oog: bekrachtig waarden die belangrijk zijn in het leven, zoals vriendschap, gezondheid, verantwoordelijkheid, vertrouwen, respect, samenwerken, innerlijke groei, emotionele controle, en rechtvaardigheid.
Period1-Nov-2018

Media contributions

1

Media contributions