Sinds enige tijd kunnen vliegreizigers de uitstoot van broeikasgassen compenseren met de aanplant van bomen. Zestig Utrechtse milieustudenten zoeken uit of dat zoden aan de dijk zet.
Voor de nietsvermoedende wandelaars in de bossen van Oostbroek leek het op een scène uit Jiskefet. Enkele tientallen studenten die met centimeters de omvang van bomen stonden te meten. “Maar pas op”, waarschuwt docent Milieu-natuurwetenschappen Chris Smit, “ook al zijn het eerstejaars studenten, het gaat wel degelijk om serieus onderzoek. De studenten maten wat wij noemen de dbh van die bomen, de diameter op borsthoogte. De dbh vormt een goede maat voor de biomassa van de boom en die geeft weer inzicht in de hoeveelheid kooldioxide, die erin is opgeslagen.”
Aan het leeronderzoek doen zestig eerstejaars mee, zowel uit de natuur- als uit de maatschappijpoot van de opleiding Milieuwetenschappen. Behalve naar de diameter van de bomen keken zij in bossen rondom De Uithof ook naar de soortensamenstelling, leeftijdsopbouw, dichtheid en structuur van het bos. Met de verzamelde gegevens gaan zij op basis van groeimodellen en CO2 opslagtabellen schattingen maken van de opslagcapaciteit van verschillende soorten bos. Smit: “We zijn benieuwd of CO2-opslag in bossen effectief is om de schade van vliegreizen te compenseren, maar we willen vooral graag weten welke bossen je daarvoor het best kunt gebruiken. Daar is nog weinig onderzoek naar gedaan.”
Naast hun veldwerk in het bos hebben de studenten op verschillende plekken in het land enquêtes afgenomen om het draagvlak voor klimaatneutraal vliegen in kaart te brengen. Nu alle gegevens zijn verzameld, gaan zij ze de komende weken analyseren. Hoewel in eerste instantie bedoeld om studenten onderzoeksvaardigheden bij te brengen, sluit Smit niet uit dat het onderzoek zal leiden tot publicaties. Half januari verwacht hij de eerste resultaten.