Abstract
Heringa beargumenteert dat zowel de semantiek als bepaalde morfologische en prosodische aspecten van de constructie gereflecteerd worden in, en in feite verklaard kunnen worden door, de syntaxis. Naamwoordelijke apposities zijn eigenlijk predicatieve zinsstructuren. Daarin fungeert een voornaamwoordelijke representant van het anker als onderwerp en de zichtbare appositie als naamwoordelijk gezegde. De twee belangrijkste soorten apposities, de attributieve en de identificationele, corresponderen een op een met de belangrijkste soorten predicatie die we kennen. Speciale aandacht wordt besteed aan de naamvalsmarkering van apposities. Heringa laat zien dat predicatieve naamval op de appositie, overeenkomst in naamval met het anker en gemengde patronen voorkomen in verschillende talen. Dit bevestigt het dubbele karakter van de appositionele constructie. Bovendien wordt aangetoond dat de appositionele ‘clause’ zich in veel opzichten gedraagt als een parenthese. De auteur stelt een specifieke theorie voor met betrekking tot het verbinden van parentheses aan de gastheerzin.
Original language | English |
---|---|
Qualification | Doctor of Philosophy |
Supervisors/Advisors |
|
Award date | 19-Jan-2012 |
Place of Publication | Groningen |
Publisher | |
Print ISBNs | 9789460930683 |
Publication status | Published - 2012 |
Keywords
- Bijstellingen
- syntaxis