Abstract
Boezemfibrilleren is een veel voorkomende hartritmestoornis. Eén op de vier mensen boven de 40 jaar krijgt ermee te maken. Hierbij kunnen ernstige complicaties optreden, zoals hartfalen of een herseninfarct, maar ook de dood. De aandoening is geassocieerd met tal van onderliggende (hart)ziekten, zoals hoge bloeddruk, coronairlijden, hartfalen, suikerziekte of kleplijden.
Er zijn twee behandelstrategieën. Bij "rate control" wordt met medicijnen geprobeerd de hartfrequentie te verlagen en complicaties te voorkomen. Bij "rhythm control" wordt getracht het hartritme te herstellen en te behouden. Grote klinische studies hebben de afgelopen jaren aangetoond dat deze behandelstrategieën vergelijkbaar effectief zijn. Tot op heden was echter onduidelijk welke patiënt het meeste baat heeft bij welke behandeling.
Uit onderzoek van promovendus Michiel Rienstra blijkt dat niet het ritme maar de onderliggende hartziekte de prognose bepaalt. De keuze voor de behandeling moet dus, behalve op basis van de leeftijd en de klachten van de patiënt, gemaakt worden op basis van de onderliggende hartziekte. Uit het onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat patiënten met hoge bloeddruk en vrouwen veel meer complicaties hebben bij een rhythm control behandeling. Bij deze patiëntengroepen heeft rate control behandeling waarschijnlijk de voorkeur.
Original language | English |
---|---|
Qualification | Doctor of Philosophy |
Awarding Institution |
|
Supervisors/Advisors |
|
Award date | 11-Apr-2007 |
Place of Publication | Groningen |
Publisher | |
Print ISBNs | 9789081167918 |
Publication status | Published - 2007 |