Abstract
INLEIDING
De plastische en reconstructieve chirurgie houdt zich in het bijzonder bezig
met het herstellen van weefseldefecten, zowel aangeboren als verkregen.
Voor dit herstel wordt weefsel gebruikt uit de directe omgeving of afkomstig
van een andere plaats van het lichaam.
Het verplaatsen van deze weefsels kan gebeuren in gesteelde of vrije vorm.
Wij spreken van een gesteelde of vrije transplantatie of enting en, omdat het
weefsel uit hetzelfde lichaam afkomstig is, van een autotransplantatie.
Het voordeel van vrije transplantatie is, dat het weefsel over een grote afstand
overgebracht kan worden en onmiddellijk op de plaats van bestemming
komt. Vanuit cosmetisch oogpunt is het belangrijk, dat de donorplaats zo gekozen
kan worden, dat deze in een onopvaJlend gebied Iigt. Aan het vrije transplantaat
zijn echter grote problemen verbonden, die de mogelijkheden van het
gebruik beperken. Het voornaamste hiervan is, dat het te transplanteren weefsel
slechts korte tijd zonder toevoer van zuurstof en voedingsstoffen en afvoer van
stofwisselingsprodukten kan blijven leven. Daar deze aan- en afvoer in het
lichaam in hoofdzaak via bloedvaten geschiedt, is een snel herstel van de circulatie
in het transplantaat bepalend voor de overleving.
Transplantatie van een geheel orgaan, zoals bijvoorbeeld de nier, is mogelijk
omdat hier uitsluitend grote aan- en afvoerende bloedvaten aanwezig zijn.
Deze vaten kunnen operatief verbonden worden met de bestaande bloedsomloop,
zodat de circulatie in het gehele orgaan direct verzekerd is. Orgaantransplantatie
heeft in de praktijk echter aileen zin, als dat orgaan van een ander
individu genomen kan worden. Daarbij komen geheel andere problemen
aan de orde, die in dit proefschrift buiten beschouwing blijven.
Bij de autotransplantatie van gedeelten van weefsels is men afhankelijk van
de vaatverbindingen die tussen het transplantaat en het bed tot stand moeten
komen door een activiteit van de weefsels zelf.
De voorwaarden waaraan het transplantaat en het bed moeten voldoen
om tot een geslaagde transplantatie te komen, kunnen slechts door experimenten
vastgesteld worden .
In dit proefschrift wordt een onderzoek beschreven naar de vaatvoorziening
van vettransplantaten, omdat hiervan nog weinig bekend is, terwijl er bepaalde
opvattingen over bestaan , die aileen op klinische waarnemingen berusten en nog
niet aan experimenten getoetst zijn.
Daarnaast wordt de klinische toepassing van vettransplantaten besproken,
terwijl door middel van proefexcisies getracht wordt een indruk te krijgen van
de gebeurtenissen die in deze vettransplantaten bij de mens plaatsvinden.
Original language | Dutch |
---|---|
Qualification | Doctor of Philosophy |
Awarding Institution |
|
Supervisors/Advisors |
|
Award date | 30-Mar-1966 |
Place of Publication | Groningen |
Publisher | |
Publication status | Published - 1966 |