Abstract
In het kader van de terrorismewetgeving is recent door de wetgever voorgesteld om het woord ‘kennelijk’ te schrappen uit de omschrijving van strafbare voorbereiding in art. 46 Sr. Op het eerste gezicht lijkt dit voorstel een verruiming van de aansprakelijkheid mee te brengen, waarbij de enkele subjectieve bestemming (het opzet van de dader) doorslaggevend wordt. In dit artikel wordt een interpretatie bepleit waarin geen sprake is van een daadwerkelijke aansprakelijkheidsverruiming. Ook als de criminele bestemming van de voorbereidingsmiddelen evident is, moet daarnaast nog komen vast te staan dat het gedrag van de dader daadwerkelijk strekte ter voorbereiding van een in de tenlastelegging genoemd misdrijf.
Original language | Dutch |
---|---|
Number of pages | 18 |
Journal | Delikt en Delinkwent |
Volume | 36 |
Publication status | Published - 2000 |