Abstract
Dit proefschrift onderzoekt de ontwikkeling van de reportage als een tekstueel genre in relatie tot de opkomst van de verslaggeving als een nieuwe vorm van journalistiek in de Britse, Nederlandse en Franse dagbladjournalistiek tussen 1880 en 2005. De focus van de dissertatie ligt op de analyse van de tekstuele output van de journalistiek tussen 1880 en 2005. Een kernuitgangspunt van deze studie is dat deze tekstuele conventies inzicht bieden in de manier waarop de journalistiek haar eigen praktijk beschouwd, vormgeeft en presenteert.
Door het comparatieve karakter van dit onderzoek komen de verschillen in de journalistieke ontwikkeling van de drie landen duidelijk naar voren. Daarmee gaat dit proefschrift in tegen het ‘standaardverhaal’ van de geschiedenis van de journalistiek, dat de suggestie wekt dat de journalistiek in Europa vanaf de tweede helft van de 19e eeuw met hier en daar enige vertraging door het objectiviteitsregime als professionele standaard gedomineerd wordt. Daarbij wordt de objectieve journalistieke praktijk ook impliciet als de enige juiste neergezet.
Deze dissertatie wijst echter op de normatieve en teleologische aard van dit beeld en toont dat een genuanceerde analyse van de journalistiek teksten veeleer wijst op een geleidelijke, complexe en veelvormige ontwikkeling van de journalistiek in de verschillende landen vanaf het laatste kwart van de 19e eeuw. Die diversiteit is het resultaat van de specifieke culturele, institutionele en commerciële contexten waarbinnen de competitie tussen de verschillende opvattingen over de juiste journalistieke praktijk zich afspeelde.
Door het comparatieve karakter van dit onderzoek komen de verschillen in de journalistieke ontwikkeling van de drie landen duidelijk naar voren. Daarmee gaat dit proefschrift in tegen het ‘standaardverhaal’ van de geschiedenis van de journalistiek, dat de suggestie wekt dat de journalistiek in Europa vanaf de tweede helft van de 19e eeuw met hier en daar enige vertraging door het objectiviteitsregime als professionele standaard gedomineerd wordt. Daarbij wordt de objectieve journalistieke praktijk ook impliciet als de enige juiste neergezet.
Deze dissertatie wijst echter op de normatieve en teleologische aard van dit beeld en toont dat een genuanceerde analyse van de journalistiek teksten veeleer wijst op een geleidelijke, complexe en veelvormige ontwikkeling van de journalistiek in de verschillende landen vanaf het laatste kwart van de 19e eeuw. Die diversiteit is het resultaat van de specifieke culturele, institutionele en commerciële contexten waarbinnen de competitie tussen de verschillende opvattingen over de juiste journalistieke praktijk zich afspeelde.
Translated title of the contribution | Tussen persoonlijke ervaring en onpersoonlijke informatie: De ontwikkeling van de verslaggeving en de reportage in Groot-Brittannië, Nederland en Frankrijk, 1880-2005 |
---|---|
Original language | English |
Qualification | Doctor of Philosophy |
Awarding Institution |
|
Supervisors/Advisors |
|
Award date | 30-Oct-2014 |
Place of Publication | [S.l.] |
Publisher | |
Print ISBNs | 978-90-367-7303-4 |
Electronic ISBNs | 978-90-367-7416-1 |
Publication status | Published - 2014 |
Fingerprint
Dive into the research topics of 'Between personal experience and detached information: The development of reporting and the reportage in Great Britain, the Netherlands and France, 1880-2005'. Together they form a unique fingerprint.Press/Media
-
-
'Frank Harbers: "Ik ben groot voorstander van openheid in de journalistiek."'
17/11/2014
1 item of Media coverage
Press/Media: Research › Popular