Abstract
CHEP Equipment Pooling, een btw-plichtige vennootschap naar Belgisch recht, is actief in de logistieke sector en gespecialiseerd in de handel van pallets. Nadat zij in Hongarije pallets had gekocht die zij vervolgens aan haar dochterondernemingen in verschillende lidstaten verhuurde, heeft zij op 28 september 2017, als btw-plichtige in België, bij de Hongaarse autoriteiten een verzoek ingediend tot teruggaaf van de voorbelasting die zij had betaald over in 2016 verworven goederen en diensten.
De belastingautoriteit verzocht om documenten en een verklaring over 143 facturen. Na ontvangst van de aanvullende gegevens heeft de belastingautoriteit het verzoek slechts gedeeltelijk ingewilligd.
In het kader van een geding hierover vraagt de verwijzende rechter zich af of de belastingautoriteit de belastingplichtige om aanvullende gegevens kan verzoeken wanneer, zoals in casu, het bedrag in het teruggaafverzoek verschilt van het bedrag op de ter staving daarvan overgelegde facturen. Zij heeft over deze kwestie een prejudiciële vraag gesteld aan het HvJ.
Het HvJ antwoordt op de vraag dat artikel 20, lid 1, Richtlijn 2008/9, gelezen in het licht van de beginselen van fiscale neutraliteit en behoorlijk bestuur, aldus moet worden uitgelegd dat het zich ertegen verzet dat de belastingautoriteit van de lidstaat van teruggaaf slechts btw teruggeeft ten belope van het in het teruggaafverzoek vermelde bedrag wanneer zij, in voorkomend geval op basis van de door de belastingplichtige verstrekte aanvullende gegevens, de zekerheid heeft verkregen dat het bedrag van de daadwerkelijk voldane btw zoals dat is vermeld op de bij het teruggaafverzoek gevoegde factuur hoger is dan het bedrag dat is vermeld in dat verzoek, zonder de belastingplichtige vooraf met spoed en langs de weg die haar het meest geschikt lijkt, te hebben gevraagd om zijn teruggaafverzoek te corrigeren door middel van een verzoek dat wordt geacht te zijn ingediend op de datum van het oorspronkelijke verzoek.
De belastingautoriteit verzocht om documenten en een verklaring over 143 facturen. Na ontvangst van de aanvullende gegevens heeft de belastingautoriteit het verzoek slechts gedeeltelijk ingewilligd.
In het kader van een geding hierover vraagt de verwijzende rechter zich af of de belastingautoriteit de belastingplichtige om aanvullende gegevens kan verzoeken wanneer, zoals in casu, het bedrag in het teruggaafverzoek verschilt van het bedrag op de ter staving daarvan overgelegde facturen. Zij heeft over deze kwestie een prejudiciële vraag gesteld aan het HvJ.
Het HvJ antwoordt op de vraag dat artikel 20, lid 1, Richtlijn 2008/9, gelezen in het licht van de beginselen van fiscale neutraliteit en behoorlijk bestuur, aldus moet worden uitgelegd dat het zich ertegen verzet dat de belastingautoriteit van de lidstaat van teruggaaf slechts btw teruggeeft ten belope van het in het teruggaafverzoek vermelde bedrag wanneer zij, in voorkomend geval op basis van de door de belastingplichtige verstrekte aanvullende gegevens, de zekerheid heeft verkregen dat het bedrag van de daadwerkelijk voldane btw zoals dat is vermeld op de bij het teruggaafverzoek gevoegde factuur hoger is dan het bedrag dat is vermeld in dat verzoek, zonder de belastingplichtige vooraf met spoed en langs de weg die haar het meest geschikt lijkt, te hebben gevraagd om zijn teruggaafverzoek te corrigeren door middel van een verzoek dat wordt geacht te zijn ingediend op de datum van het oorspronkelijke verzoek.
Original language | Dutch |
---|---|
Article number | NLF 2021/2113 |
Number of pages | 14 |
Journal | NLFiscaal |
Volume | 2021 |
Publication status | Published - 11-Nov-2021 |
Court cases
Title | Mogelijkheid tot correctie teruggaafverzoek na vergissing btw-plichtige |
---|---|
Court | Arrest van het Hof |
Date of judgement | 21/10/2022 |
ECLI ID | ECLI:EU:C:2021:867 |
Case number | C-396/20 |