Abstract
In de jaren negentig zijn in Nederland klachten over een gebrek aan tijd toegenomen.
Populaire verklaringen voor tijdsschaarste zoals de toegenomen werkdruk en de toegenomen
arbeidsparticipatie lijken voor Nederland echter niet bevredigend. In dit artikel
toetsen wij de hypothese dat in Nederland de arbeidsmoraal is gedaald. Hierbij maken
we gebruik van het OSA arbeidsaanbodpanel 1988-2004. De resultaten laten zien dat de
tijdsschaarste is toegenomen tijdens deze periode, doordat de daling van het gewenste
aantal arbeidsuren groter was dan de daling van het gewerkte aantal arbeidsuren. Ook
is werk een steeds minder centrale positie in het leven in gaan nemen. Tot slot laat een
serie regressie-analyses zien dat centraliteit van werk een matig maar stabiel positief effect
heeft op het gewenste aantal arbeidsuren in de periode 1988-1996. De belangrijkste
conclusie is dat werk inderdaad een steeds minder centrale rol in het leven van Nederlanders
speelt, en dat als het gevolg daarvan het geprefereerde arbeidsaanbod per werkende
aan het afnemen is.
Original language | English |
---|---|
Pages (from-to) | 66-82 |
Number of pages | 17 |
Journal | Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken |
Volume | 25 |
Publication status | Published - 2009 |
Keywords
- centraliteit van arbeid
- gewenste arbeidsuren
- tijdsschaarste
- arbeidsmoraal