Abstract
Hoe heeft het Team-Juncker i het gedaan in het eerste jaar nadat het op 1 november 2014 van start ging? Hoe verhouden de hooggestemde ambities van de Europese Commissie zich tot haar beleidsdaden? Is de positie van de Commissievoorzitter vis-à-vis de Europese Raad versterkt door zijn aanwijzing door het Europees Parlement?
Of heeft het Parlement daardoor juist een grotere invloed op de opstelling van de Commissie verkregen? Op welke wijze functioneert de gereorganiseerde Commissie in de praktijk? Hoe moet het optreden van de eerste vicevoorzitter Frans Timmermans worden beoordeeld?
In deze bundel wordt in een vijftal hoofdstukken uitgebreid ingegaan op deze en andere vragen. In hoofdstuk 1 behandelen Jan van der Harst en Gerrit Voerman de persoonlijke en politieke achtergrond van Juncker, alsmede de wijze waarop hij het Commissievoorzitterschap in de wacht heeft weten te slepen.
In het tweede hoofdstuk gaan Elissaveta Radulova en Marika Mkheidze in op de institutionele vormgeving van en door de Commissie-Juncker.
Caspar van den Berg en Daniëlle van Osch concentreren zich in hun bijdrage (hoofdstuk 3) op de eerste vicevoorzitter van de Commissie, Frans Timmermans.
Hoofdstuk vier, geschreven door Jan Werts, belicht een andere hoofdrolspeler in de huidige Brusselse arena, de voorzitter van de Europese Raad Donald Tusk. iHet laatste hoofdstuk, van de hand van Michael Shackleton, behandelt de interinstitutionele relatie tussen Commissie en Europees Parlement sinds het aantreden van Juncker.
Uit alle bijdragen komt prominent naar voren de nieuwe dynamiek die is ontstaan na het aantreden van de Commissie-Juncker. Juncker en zijn team zijn druk bezig te bewijzen dat de toekomst van de EU bij hen in goede handen is en dat er alles aan gedaan wordt om ‘de laatste kans voor Europa’ te grijpen.
Dat laat onverlet dat Juncker in buitengewoon lastige omstandigheden aan de macht is gekomen en dat het pad voor het vervolg van zijn termijn met talrijke obstakels is geplaveid.
Of heeft het Parlement daardoor juist een grotere invloed op de opstelling van de Commissie verkregen? Op welke wijze functioneert de gereorganiseerde Commissie in de praktijk? Hoe moet het optreden van de eerste vicevoorzitter Frans Timmermans worden beoordeeld?
In deze bundel wordt in een vijftal hoofdstukken uitgebreid ingegaan op deze en andere vragen. In hoofdstuk 1 behandelen Jan van der Harst en Gerrit Voerman de persoonlijke en politieke achtergrond van Juncker, alsmede de wijze waarop hij het Commissievoorzitterschap in de wacht heeft weten te slepen.
In het tweede hoofdstuk gaan Elissaveta Radulova en Marika Mkheidze in op de institutionele vormgeving van en door de Commissie-Juncker.
Caspar van den Berg en Daniëlle van Osch concentreren zich in hun bijdrage (hoofdstuk 3) op de eerste vicevoorzitter van de Commissie, Frans Timmermans.
Hoofdstuk vier, geschreven door Jan Werts, belicht een andere hoofdrolspeler in de huidige Brusselse arena, de voorzitter van de Europese Raad Donald Tusk. iHet laatste hoofdstuk, van de hand van Michael Shackleton, behandelt de interinstitutionele relatie tussen Commissie en Europees Parlement sinds het aantreden van Juncker.
Uit alle bijdragen komt prominent naar voren de nieuwe dynamiek die is ontstaan na het aantreden van de Commissie-Juncker. Juncker en zijn team zijn druk bezig te bewijzen dat de toekomst van de EU bij hen in goede handen is en dat er alles aan gedaan wordt om ‘de laatste kans voor Europa’ te grijpen.
Dat laat onverlet dat Juncker in buitengewoon lastige omstandigheden aan de macht is gekomen en dat het pad voor het vervolg van zijn termijn met talrijke obstakels is geplaveid.
Original language | Dutch |
---|---|
Place of Publication | Den Haag |
Publisher | Montesquieu Instituut |
Number of pages | 106 |
ISBN (Print) | 978-94-91616-04-4 |
Publication status | Published - 5-Nov-2015 |
Publication series
Name | Montesquieu-reeks |
---|---|
Publisher | Montesquieu Instituut |
Volume | 6 |