Abstract
Om proefdieren te besparen test men de omzetting van mogelijke geneesmiddelen in het lichaam eerst in het laboratorium. Hiervoor bestaan verschillende methoden. Een van deze methoden maakt gebruik van dunne weefselplakjes die blootgesteld worden aan de te testen stoffen. Promovendus Esther van de Kerkhof toont aan dat dit model ook geschikt is voor darmweefsel.
Wanneer een geneesmiddel wordt ingenomen, werkt dit maar een beperkte tijd. Daarna is het uitgewerkt. Dit komt doordat het geneesmiddel wordt afgevoerd via bijvoorbeeld urine en ontlasting, maar ook doordat het geneesmiddel wordt omgezet (gemetaboliseerd) tot vaak inactieve verbindingen. Deze omzetting gebeurt door enzymen. De lever staat bekend als het geneesmiddelmetaboliserende orgaan, maar Van de Kerkhof toont aan dat de darmcellen in staat zijn tot vergelijkbare omzettingssnelheden van geneesmiddelen.
Verder is van bepaalde geneesmiddelen bekend dat je ze niet samen mag gebruiken, omdat ze elkaars werking beïnvloeden. Dit kan komen doordat het ene geneesmiddel ervoor zorgt dat een bepaald enzymsysteem extra wordt aangemaakt (inductie). Het andere geneesmiddel wordt dan sneller afgebroken en werkt daardoor niet meer naar behoren. Van de Kerkhof vergeleek dergelijke inductiereacties in darm en lever maar ook in mens en rat.
De verschillen die Van de Kerkhof vond in inductiereacties en in metabole snelheden tussen darm en lever, maar ook mens en rat, benadrukt opnieuw hoe belangrijk het is ook menselijk weefsel te gebruiken om het geneesmiddelmetabolisme en inductieprocessen in de mens te kunnen voorspellen.
Original language | English |
---|---|
Qualification | Doctor of Philosophy |
Supervisors/Advisors |
|
Publisher | |
Print ISBNs | 9789036730464, 9036730471, 9036730464 |
Publication status | Published - 2007 |
Keywords
- Proefschriften (vorm)
- Darmen , Geneesmiddelen, Stofwisseling
- gastro-enterologie