Eigendom van roerende zaken

Eigendom van roerende zaken is gewijd aan de in boek 5 BW geregelde wijzen van eigendomsverkrijging van roerende zaken. Deze wijzen van eigendomsverkrijging staan wel bekend als oorspronkelijk of originair. Het zijn er zeven (toe-eigening, vinderschap, schatvinding, natrekking, vermenging, zaaksvorming en vruchttrekking). Zij worden alle zeven besproken in de volgorde van de wetsartikelen in een afzonderlijk hoofdstuk.

Telkens is er aandacht voor de voorgeschiedenis van de wijze van eigendomsverkrijging. Die ligt meestal in het Romeinse recht en de (korte) bespreking daarvan verduidelijkt wat de ratio is van de moderne regeling. De wetsgeschiedenis, rechtspraak en literatuur over de verschillende wijzen van eigendomsverkrijging komen telkens uitvoerig aan de orde. Wanneer over bepaalde kwesties onenigheid of onduidelijkheid bestaat, schenkt deze monografie ter inspiratie aandacht aan het recht van enkele ons omringende landen en in het bijzonder aan het Duitse recht dat vaak voorbeeld was voor de Nederlandse wetgever.

Terugkerende thema’s in de afzonderlijke hoofstukken zijn de voorwaarden voor eigendomsverkrijging, de afbakening van de verschillende wijzen van verkrijging, de vraag naar het lot van beperkte rechten en de verschillende mogelijkheden voor schadevergoedingsacties voor degene die een recht verliest.