Abstract
Van de mensen die een beroerte (CVA) overleven, houdt een groot deel lange tijd problemen met lopen. Deze komen voort uit de halfzijdige verlamming (‘hemiparese’) waar patiënten mee kampen. In loopexperimenten met CVA-patiënten vond Rob den Otter belangrijke aanknopingspunten om bestaande revalidatiebehandelingen verder aan te scherpen. Hij ontdekte dat patiënten in vergelijking met gezonde mensen een afwijkend patroon vertonen in de ‘timing’ van de spieractiviteit. Opvallend genoeg veranderen deze patronen niet bij het herstel van de loopvaardigheid tijdens de revalidatie. Er ontwikkelt zich na een beroerte een nieuwe manier van spiercoördinatie en dit vormt geen beletsel voor verder loopherstel. Wel lijkt het erop dat tijdens het herstel de productie van coördinatiepatronen steeds consistenter gaat verlopen. De revalidatie moet zich daarom volgens de promovendus niet richten op het corrigeren van afwijkende coördinatiepatronen, maar op het intensief oefenen van de ‘nieuwe’ motoriek van de patiënt.
Original language | English |
---|---|
Qualification | Doctor of Philosophy |
Supervisors/Advisors |
|
Publisher | |
Publication status | Published - 2005 |