HAVO-5 EN VWO-5 EN DE TWEEDE FASE: DE BOVENBOUWSTUDIE VAN VOCL’99

Research output: Book/ReportBookAcademic

664 Downloads (Pure)

Abstract

Hoofdstuk 1 besprak de plaatsbepaling van deze bovenbouwstudie en de vraagstellingen die aan dit rapport ten grondslag lagen. Het VOCL’99 cohort betreft de eerste lichting van leerlingen waarop de Tweede Fase officieel van toepassing was. Vooral de vergelijkingen van de drie VOCL cohorten zijn interessant. Een vergelijking tussen de drie bovenbouwstudies geeft een beeld van onder andere de veranderingen in de vakkenkeuze, het toekomstperspectief en de studievaardigheden. In hoofdstuk 2 is ingegaan op de dataverzameling, de respons en enkele methodologische aspecten. We bespreken de belangrijkste conclusies uit dit hoofdstuk. De totale respons is veel lager dan de vorige VOCL cohorten, namelijk 51 procent. Mogelijk ligt de oorzaak van deze afname in de afgenomen bereidheid van scholen om mee te werken aan nog een vragenlijstafname. Vervolgens werden de verschillen tussen de wel en niet gerespondeerd hebbende leerlingen besproken. Er blijken enkele significante verschillen te zijn. In het HAVO geldt dat voor de respons van jongens versus meisjes (16 % verschil ten gunste van de meisjes), de respons van autochtone versus allochtone leerlingen (8 % verschil ten gunste van de autochtone leerlingen) en de entreetoetsen taal en informatieverwerking (hogere gemiddelden in de responsgroep). Er zijn geen significante verschillen gevonden wat betreft advies, de hoogste opleiding van de ouders, de entreetoets rekenen en de prestatiemotivatie. In het VWO gelden significante verschillen wat betreft de respons van jongens versus meisjes (12 % verschil ten gunste van de meisjes), de respons van autochtone versus allochtone leerlingen (13 % verschil ten gunste van de autochtone leerlingen), het advies (de respons is vooral lager in de laagste adviesgroep) en de entreetoetsen (hogere gemiddelden in de responsgroep). Er zijn geen significante verschillen gevonden wat betreft de hoogste opleiding van de ouders en de prestatiemotivatie. De oververtegenwoordiging van meisjes is ondervangen door waar mogelijk uitsplitsingen te maken naar geslacht. Voor de overige ‘respons bias’ is geen simpele remedie. De vraagstellingen zijn beantwoord in de hoofdstukken 3 tot en met 8. We bespreken de vraagstellingen met betrekking tot de vakkenkeuze/profielkeuze en het toekomstperspectief in paragraaf 9.2. De vraagstellingen met betrekking tot de studievaardigheden, het huiswerkgedrag, de waarneming van de leeromgeving en sociale aspecten worden besproken in paragraaf 9.3.
Original languageDutch
Publishers.n.
Number of pages140
ISBN (Print)9066908327
Publication statusPublished - 2006

Cite this