Abstract
Op 14 oktober 1788 begon Johannes Bosscha vanuit Leeuwarden aan een reis naar Parijs. Twee weken later arriveerde hij in de Franse hoofdstad bij zijn nieuwe werkgever, de uit Amsterdam afkomstige bankier B.E. Abbema, wiens beide zoons Bosscha als gouverneur onder zijn hoede zou nemen.
Johannes Bosscha (1766-1810) was na de dood van zijn vader in 1773 onder de hoede gekomen van zijn oudere broer Herman, rector van de Latijnse School in Deventer. Vanaf 1786 zette hij zijn studies voort aan de universiteit van Franeker, daartoe financieel in staat gesteld door een beurs van het Poptaleen te Marssum. Onder leiding van de hoogleraren Van Kooten, Wassenbergh en Valckenaer legde Bosscha zich toe op het Latijn, het Grieks en de rechtswetenschappen. In 1788 solliciteerde hij naar de positie van rector van de Latijnse school te Dokkum, maar ondanks lovende aanbevelingen viel de keus niet op hem. Bosscha bezon zich op andere carrièremogelijkheden. In de zomer van 1788 kwam vanuit Parijs het aanbod van Abbema voor de functie van huisonderwijzer....
Original language | Dutch |
---|---|
Title of host publication | EPRINTS-BOOK-TITLE |
Publisher | Rijksuniversiteit Groningen. Universiteitsbibliotheek |
Number of pages | 9 |
Publication status | Published - 2000 |