Het interessante van de Hoge Raad

J. Griffiths

    Research output: Contribution to journalArticleAcademic

    Abstract

    Het is in de wetenschap in het algemeen en zeker in een sociale wetenschap altijd verkeerd om er van uit te gaan, dat een gegeven object van onderzoek vanzelfsprekend interessant is. In het geval van de Hoge Raad wordt het interessante ervan voor de jurist bovenal bepaald door de sleutelpositie die de beslissingen van deze instantie innemen in het aanvaarde systeem van rechtsvinding.' Waarom een socioloog zich met de Hoge Raad bezig zou moeten houden is daarentegen verre van duidelijk. Het antwoord op deze vraag moet de uitkomst zijn van een theoretische bezinning op de (rechts)sociologische betekenis van de Hoge Raad. In deze bespreking wordt, in het bijzonder naar aanleiding van het proefschrift van Bruinsma, Cassatierechtspraak in civiele zaken (1988), een vijftal recente boeken over de Hoge Raad behandeld. Het beoordelingskriterium is steeds dat van de sociaal-wetenschappelijke meerwaarde (vgl. Griffiths 1984: 82-83): voegt het besprokene iets in theoretische of empirische zin toe aan wat het juristenverstand al 'weet'?
    Original languageDutch
    Pages (from-to)80-99
    Number of pages0
    JournalRecht der Werkelijkheid
    Volume1
    Publication statusPublished - 1989

    Cite this