Het postnatale evenwicht in Groen Links

    Research output: Contribution to journalArticleAcademic

    96 Downloads (Pure)

    Abstract

    De geboorte van GROEN LINKS verliep soepel en
    snel. Het was een bevalling die haar weerga
    in de vaderlandse partijpolitieke geschiedenis niet kent. De voortekenen wezen juist op een moeilijke bevalling. De samenstellende delen van wat tot voor kort enigszins geringschattend klein-links heette, leken gebukt te gaan onder politiek isolationisme. Voor een flink deel van het partijkader scheen de emotie van de nestwarmte belangrijker dan de ratio van de samenwerking.
    Maar de leden van de partijen gingen zonder mokken, ja zelfs enthousiast akkoord met de uitkomst van de achterkamertjes-onderhandelingen van hun politieke leiders. Hóe Groen Links is Groen Links twee jaar na haar geboorte?
    Wanneer de mate van verdeeldheid over de gevoelige vraag wie lijsttrekker moet worden als graadmeter kan worden beschouwd voor het welslagen van de fusie van Groen Links, dan is de éénwording van de nieuwe partijformatie ronduit een succes. Slechts acht procent van de geënquêteerde afgevaardigden op het tweede partijcongres in december 1991 vond dat de nieuwe
    lijstaanvoerder uit zijn of haar ‘oude’ partij moest komen, de rest vond dit niet relevant of was zelfs tegen. Seksetegenstellingen bleken op dit punt sterker dan de scheidslijnen tussen bloedgroepen: meer dan de helft gaf uitdrukkelijk de voorkeur aan een vrouwelijke lijsttrekker.
    In organisatorisch opzicht lijkt de fusie van Groen Links behoorlijk geslaagd. De bloedgroepen staan elkaar niet naar het leven wat betreft de
    toekomstige topman of -vrouw. Bovendien menen ze aan de basis behoorlijk tot hun recht te komen: volgens het ondervraagde kader worden leden van de ‘oude partijen’ zelden vanwege hun politieke komaf gepasseerd of weggestemd voor een functie.
    Original languageDutch
    Pages (from-to)34-7
    Number of pages4
    JournalDe Helling
    Publication statusPublished - 1992

    Cite this