Abstract
De kavelruil, in het bijzonder de kavelruil landelijk gebied (art. 12.47 Omgevingswet) ligt onder een fiscaal vergrootglas. Via een recent beleidsbesluit per 29 augustus 2024 en een wetswijziging van de kavelruilvrijstelling per 1 januari 2025 komt onder meer de vraag op wat er fiscaal nog wél kan bij de inzet van kavelruil en welke concrete mogelijkheden er zijn om de ingeperkte vrijstelling beter af te stemmen op de benodigde transitie van het landelijk gebied, zoals het omvormen van voormalige agrarische bedrijfswoningen naar plattelandswoningen en het ruimte creëren voor multifunctionele landbouw, zoals een zorgboerderij, kamperen bij de boer, een boerenlandwinkel of andere initiatieven. Zeer actuele en relevante vragen, die alle actoren in het landelijk gebied, waaronder zeker de (agri)notaris, zullen raken. In deze bijdrage, worden de recente ontwikkelingen belicht en worden knelpunten gesignaleerd. Om echt aan een oplossing te kunnen bijdragen, wordt afgesloten met een ‘zevenpuntenplan’ voor een betere afstemming van de vrijstellingen op de doelstellingen en aanwendingsmogelijkheden van kavelruil in het landelijk gebied en op actuele ontwikkelingen. De in mijn artikel in FBN 2024/29 gesignaleerde donkere wolken boven de kavelruil kunnen daarmee hopelijk (grotendeels) worden verdreven, zodat de fiscale lucht weer kan worden geklaard.
Original language | Dutch |
---|---|
Article number | FBN 2025/4 |
Pages (from-to) | 22-29 |
Number of pages | 8 |
Journal | FBN |
Volume | 2025 |
Issue number | 1 |
Publication status | Published - 31-Jan-2025 |