TY - BOOK
T1 - Kleine klassen, extra handen … beter onderwijs en betere resultaten?
AU - Doolaard, S.
AU - Bosker, R.J.
N1 - Relation: http://www.rug.nl/pedok/onderzoek
date_submitted:2008
Rights: Rijksuniversiteit Groningen. GION
PY - 2006
Y1 - 2006
N2 - Over de kwaliteit van het onderwijs hebben veel mensen iets te zeggen. Over
één ding zijn ze het eens, de kwaliteit moet zo hoog mogelijk zijn, zodat alle
kinderen de aandacht krijgen die ze nodig hebben. Over andere zaken is vaak
discussie; wordt die kwaliteit altijd en overal geboden, is de kwaliteit van het
onderwijs eigenlijk te beïnvloeden en, zo ja, door wie dan en welke
maatregelen zijn het meest effectief?
Jarenlang onderzoek naar ‘onderwijseffectiviteit’ laat zien dat uiteindelijk het
didactisch handelen van de leerkracht – hoe de leerkracht uitlegt, contact met
de leerlingen heeft, oog heeft voor verschillen tussen leerlingen en daarnaar
handelt – de belangrijkste factor is als je praat over onderwijskwaliteit. Maar
een leerkracht werkt niet op een eiland en is geen robot die in alle
omstandigheden zijn of haar werk hetzelfde doet. Bepaald schoolbeleid kan
de gang van zaken in de groep positief of negatief beïnvloeden. Gebrekkige
leermiddelen, collegiale ondersteuning, het aantal leerlingen in de groep, de
hulp van een onderwijsassistent. Stuk voor stuk voorbeelden van
omstandigheden die van invloed kunnen zijn op het werken, leren en spelen
van leerkracht en leerlingen. Over de twee laatst genoemde – het
leerlingaantal en hulp in de groep – gaat deze brochure. Welke invloed
hebben zij op de gang van zaken in de groep en is er sprake van bepaalde
omstandigheden waaronder leerkrachten optimaal kunnen werken en
leerlingen daarvan optimaal profiteren? De brochure is gebaseerd op een 3
jaar durend onderzoek naar de gevolgen van klassenverkleining uitgevoerd
door het GION, instituut voor onderzoek in het onderwijs, verbonden aan de
Rijkuniversiteit Groningen1.
AB - Over de kwaliteit van het onderwijs hebben veel mensen iets te zeggen. Over
één ding zijn ze het eens, de kwaliteit moet zo hoog mogelijk zijn, zodat alle
kinderen de aandacht krijgen die ze nodig hebben. Over andere zaken is vaak
discussie; wordt die kwaliteit altijd en overal geboden, is de kwaliteit van het
onderwijs eigenlijk te beïnvloeden en, zo ja, door wie dan en welke
maatregelen zijn het meest effectief?
Jarenlang onderzoek naar ‘onderwijseffectiviteit’ laat zien dat uiteindelijk het
didactisch handelen van de leerkracht – hoe de leerkracht uitlegt, contact met
de leerlingen heeft, oog heeft voor verschillen tussen leerlingen en daarnaar
handelt – de belangrijkste factor is als je praat over onderwijskwaliteit. Maar
een leerkracht werkt niet op een eiland en is geen robot die in alle
omstandigheden zijn of haar werk hetzelfde doet. Bepaald schoolbeleid kan
de gang van zaken in de groep positief of negatief beïnvloeden. Gebrekkige
leermiddelen, collegiale ondersteuning, het aantal leerlingen in de groep, de
hulp van een onderwijsassistent. Stuk voor stuk voorbeelden van
omstandigheden die van invloed kunnen zijn op het werken, leren en spelen
van leerkracht en leerlingen. Over de twee laatst genoemde – het
leerlingaantal en hulp in de groep – gaat deze brochure. Welke invloed
hebben zij op de gang van zaken in de groep en is er sprake van bepaalde
omstandigheden waaronder leerkrachten optimaal kunnen werken en
leerlingen daarvan optimaal profiteren? De brochure is gebaseerd op een 3
jaar durend onderzoek naar de gevolgen van klassenverkleining uitgevoerd
door het GION, instituut voor onderzoek in het onderwijs, verbonden aan de
Rijkuniversiteit Groningen1.
M3 - Book
BT - Kleine klassen, extra handen … beter onderwijs en betere resultaten?
PB - s.n.
ER -