Abstract
Deze kroniek omvat een periode van twee jaar. Dit betreft een groot aantal uitspraken van het EU Hof (ruim 50). Ik ga hierbij letten op patronen in de rechtspraak en de al wat uitgebreider besproken arresten niet opnieuw bespreken. Hier gaat het om de zaken betreffende de hoofddoekjes en discriminatie op grond van religie (WABE Müller C-804/18 en C-341/19, stagiaire met religieuze kleding C-344/20), om de zaak Heiploeg (C-237/20) en de pre-pack en ook de EPSU-zaak (C-928/19 P). Wat opvalt is een groot aantal arresten met betrekking tot Richtlijn 2000/78 (discriminatie) en met betrekking tot Richtlijn 1999/70 (overeenkomsten voor bepaalde tijd). Ook de uitzendrichtlijn 2008/104/EG is in een aantal belangwekkende arresten aan de orde gekomen. Het valt op dat de EU-rechter veel taken oplegt aan de verwijzende rechters. De prejudiciële procedure bestaat uit een samenwerking tussen de EU-rechter en de verwijzende nationale rechter. Ik behandel niet de zaak die centraal staat in mijn noot bij de actueel EAR in dit nummer (AQ e.a., C-40/20 en C-173/20).
| Original language | Dutch |
|---|---|
| Article number | TRA 2023/52 |
| Pages (from-to) | 30-35 |
| Number of pages | 6 |
| Journal | TRA: Tijdschrift Recht en Arbeid |
| Volume | 2023 |
| Issue number | 5 |
| Publication status | Published - 1-May-2023 |