Abstract
Hoe waren huwelijk en echtscheiding geregeld ten tijde van de Romeinse Republiek? Joh. J. de Wit onderzocht de archaïsche periode, toen Rome een stadstaatje met een koning was, en de tijd van de Republiek (ca. 500 – 27 v.Chr.). Uit deze tijd zijn geen rechtsbronnen overgeleverd. Keizer Augustus was de eerste die hiervoor in de eerste eeuw rechtsregels liet vastleggen.
De Wit onderzocht daarom literaire bronnen om zich een beeld te vormen van de regelingen volgens het gewoonterecht in de vroegste periodes van de Romeinse geschiedenis. De Romeinse samenleving was patriarchaal georiënteerd, dat wil zeggen dat de man het gezag had over echtgenote en kinderen. Echtscheiding was een éénzijdige handeling: het was de man, echtgenoot of ‘pater familias’, die het huwelijk ontbond. Als er werd gescheiden, dan was de vrouw altijd schuldig, hetzij aan een vorm van wangedrag hetzij aan kinderloosheid.
In de vroegste tijden was de sanctie voor de vrouw, in het geval zij op heterdaad werd betrapt, de doodstraf of anders verstoting. Daarmee verspeelde zij ook de bruidsschat die zij in het huwelijk had ingebracht.
In latere tijden werden de maatregelen minder hard. Zo kwam er een voorziening waardoor de vrouw of de familie van de vrouw de bruidsschat kon terugeisen. Volgens de Wit hing deze ontwikkeling nauw samen met de emancipatie van de Romeinse vrouw in de latere periode van de Romeinse Republiek, alsook met de invloed van andere culturen en godsdiensten. Vandaar dat keizer Augustus in de eerste eeuw nieuwe rechtsregels liet vastleggen.
Original language | Dutch |
---|---|
Qualification | Doctor of Philosophy |
Awarding Institution |
|
Supervisors/Advisors |
|
Award date | 31-May-2007 |
Publisher | |
Print ISBNs | 9789054545330 |
Publication status | Published - 2007 |