Abstract
Njáls saga, een van de twee belangrijkste saga’s van de IJslanders, bevat bijbelse verwijzingen, verwijzingen naar het kerkelijk jaar en christelijke metaforen. Dat concludeert Andrew Hamer in zijn proefschrift ‘Njáls saga and its Christian Background: a Study of Narrative Method’.
Volgens Hamer vormen deze christelijke elementen een ethisch raamwerk voor zowel Njáls saga, als de bekende Laxdœla saga, waarmee personages en hun handelen beoordeeld kunnen worden. Veel van het narratieve materiaal van de twee saga’s zou gebaseerd zijn op geschreven bronnen en niet, zoals vaak verondersteld, op mondelinge. Hamer suggereert dat de auteur van Njáls saga waarschijnlijk de Laxdœla saga als narratief model heeft gebruikt. De aanwezigheid van dezelfde christelijke narratieve elementen in Laxdœla saga doet sterk vermoeden dat die model heeft gestaan voor de auteur van Njáls saga. Omdat de bronnen van dergelijke elementen per definitie schriftelijk zijn, pleit Hamer voor een bredere discussie over de rol van ‘oral tradition’ en schriftelijke bronnen in het ontstaan van de geschreven IJslandse sagen.
Original language | English |
---|---|
Qualification | Doctor of Philosophy |
Awarding Institution |
|
Supervisors/Advisors |
|
Award date | 14-Jan-2008 |
Place of Publication | [S.l.] |
Publisher | |
Print ISBNs | 978-90-367-3313-7 |
Publication status | Published - 2008 |
Keywords
- Proefschriften (vorm)
- Verteltheorie
- Njáls saga (anoniem), Christendom,
- Scandinavische taal- en letterkunde