Abstract
Een oroantrale fistel blijkt in 51,7% der gevallen geleid te hebben tot een chronische en slechts in
29,2% tot een acute sinusitis (tabel 7 blz.72). Een verklaring hiervoor is vermoedelijk de goede
drainagemogelijkheid van de sinus doordat het ostium meestal open is en bovendien afvoer van de pus
via de fistel mogelijk is.
De klachten zijn meestal, ook in het acute stadium, gering waardoor de patiënten zich over het
algemeen eerst laat melden voor behandeling. Vaak klaagt de patiënt alleen maar over een vieze
smaak of reuk en over moeilijkheden bij het drinken of roken.
Een sinusitis als complicatie na een operatieve ingreep is bijna altijd een acute. De diagnose wordt
meestal vroeg gesteld omdat deze patiënten circa 1 week na de ingreep terugkomen voor controle.
Bij de 6 in dit onderzoek betrokken patiënten werd de diagnoses inusitis dan ook vastgesteld tijdens
het controlebezoek. Al deze patiënten hadden duidelijke symptomen van een acute sinusitis. ...
Zie: Conclusies
Original language | Dutch |
---|---|
Qualification | Doctor of Philosophy |
Awarding Institution |
|
Supervisors/Advisors |
|
Award date | 24-May-1972 |
Place of Publication | [S.l.] |
Publisher | |
Publication status | Published - 1972 |