Abstract
Het begrip Gunstige Staat van Instandhouding kent een centrale plaats in het natuurbeschermingsrecht, zowel in de omschrijving van de doelen als in het gebieds- beschermingsrecht en het soortenbeschermingsrecht. Dit onderzoek beoogt meer helderheid te bieden over de betekenis van dit begrip. Hoewel het begrip mede aandacht zal krijgen vanuit de invalshoeken van verslaglegging, gebiedsbescherming en actieve soortenbescherming, ligt het accent in dit onderzoek op de betekenis van de term in het kader van het ‘passieve soortenbeschermingsrecht’. Daarbij gaat het voor de praktijk met name om de toepassing van het vereiste dat bij het beoordelen van ontheffingsaanvragen getoetst moet worden aan de voorwaarde dat “geen afbreuk [wordt] gedaan aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan”. De GSvI-voorwaarde krijgt aandacht binnen de bespreking van een brede selectie van vragen over het begrip GSvI. Daarbij wordt steeds de aandacht primair op het internationale en vooral Europese recht gericht, om er vervolgens de nationale implementatie en jurisprudentie bij te betrekken.
Translated title of the contribution | Research on the meaning of the term 'Favorable Conservation Status', particularly in the context of the assessment of requests for exceptions to species protection under the EU Birds Directive and EU Habitats Directive |
---|---|
Original language | Dutch |
Place of Publication | Tilburg |
Publisher | Legal Advice for Nature |
Number of pages | 69 |
Publication status | Published - 20-Jan-2018 |
Externally published | Yes |
Keywords
- Gunstige staat van instandhouding, ontheffing, vrijstelling, Vogelrichtlijn, Habitatrichtlijn, soortenbescherming, natuurherstel, Wet natuurbescherming, biodiversiteit, rode lijst