Riooloverstorten, rioolzuivering en volksgezondheid. Een literatuuronderzoek naar de microbiële belasting van oppervlaktewater.

Maureen E. Butter, Renier Snieders

    Research output: Working paperAcademic

    Abstract

    Riooloverstorten staan in een kwade reuk, in het bijzonder bij boeren. Een tot nog toe weinig belicht aspect van de problematiek betreft de risico’s voor mensen. Riooloverstorten lozen ongezuiverd rioolwater op het oppervlaktewater wanneer het rioolstelsel bij hevige regenval de aanvoer niet meer kan verwerken. Daar zitten uiteraard ziekteverwekkers in, maar met gezuiverd rioolwater komen eveneens zeer grote aantallen ziekteverwekkers in het oppervlaktewater terecht, omdat het zuiveringsproces vooral de organische stofbelasting vermindert en niet primair bedoeld is voor het onschadelijk maken van ziekteverwekkers. Huishoudelijk afvalwater wordt gezuiverd in rioolzuiveringsinstallaties (rwzi), welke voornamelijk de hoeveelheid organische stof reduceren. Naast huishoudens lozen bedrijven, ziekenhuizen en slachterijen op de riolering, terwijl ook straatafval via regenafvoerkanalen zijn weg vindt naar het riool. Dit rapport beschrijft het voorkomen van een aantal verschillende ziekteverwekkers in gezuiverde en ongezuiverde rioolemissies. Enkele ziekteverwekkers waarvan veel bekend is en waarvan vaststaat dat zij ook in Nederland voorkomen zijn uitvoerig beschreven. Per ziekteverwekker zijn de mogelijke ziekteverschijnselen geïnventariseerd die bij infectie kunnen ontstaan. Vervolgens is getracht voor iedere beschreven ziekteverwekker een kwalitatief oordeel te geven over het gezondheidsrisico, dat ontstaat door de depositie van rioleringsproducten in het oppervlaktewater of op het land. Hierbij is uitgegaan van verschillende blootstellingsroutes waardoor mensen in contact kunnen komen met ziekteverwekkers, afkomstig uit het riool. Maagdarmstoornissen De belangrijkste ziekteverwekkers in dit literatuuronderzoek zijn: E. coli bacteriën, Small Round Structured Viruses (SRSV's), Giardia spp., Cryptosporidium spp., Toxocara spp. en Taenia saginata. De best gedocumenteerde blootstellingsroutes zijn direct contact met faecaal verontreinigd oppervlaktewater en drinkwater. Het is duidelijk dat door direct contact met besmet water gezondheidsklachten kunnen ontstaan. Het merendeel van de ziekten betreft maagdarmstoornissen, waarvan de meeste een mild verloop hebben. Er zijn echter ook risico’s op ernstige ziektes, nog afgezien van de problemen van het toenemend aantal mensen met een gestoord immuunsysteem in de populatie. Het binnenkrijgen van ziekteverwekkers door de consumptie van niet goed gewassen en verhitte groenten en waterdieren is in principe voor alle besproken ziekteverwekkers mogelijk, maar direct bewijs dat een bepaalde ziekte-uitbraak toe te schrijven is aan rioolemissies is zeer moeilijk te leveren. Andere besmettingsroutes van voedsel, b.v. het slachthuis, of onvoldoende keukenhygiëne leveren voor een aantal ziekteverwekkers vermoedelijk een grotere bijdrage dan rioolemissies. Dat geldt echter niet voor de runderlintworm, waarvan de relatie met de verspreiding van wormeieren via oppervlaktewater en rioolslib onomstotelijk vaststaat. Grijs water De belasting van oppervlaktewater met virussen en parasitaire protozoa vormt een probleem bij de drinkwaterbereiding uit oppervlaktewater. Incidentele besmettingen met bacteriën, virussen en protozoa en daaropvolgende ziekte-uitbraken komen geregeld voor, hoewel ze waarschijnlijk lang niet allemaal als zodanig herkend worden. Veilig drinkwater kan in de toekomst nog de nodige problemen opleveren, ten eerste omdat er meer en meer oppervlaktewater gebruikt zal worden, ten tweede door het toenemend aantal mensen met immuundeficiënties in de populatie. Om dezelfde reden is het gebruik van ‘grijs’ water voor huishoudelijke doeleinden vanuit volksgezondheidsperspectief geen aantrekkelijke optie. Snelle opmars via de waterroute Van alle besproken blootstellingsroutes levert zwemmen de grootste risico’s op. Rioolemissies en recreatie staan in de zomer op gespannen voet met elkaar en afdoende oplossingen zijn er niet. In het algemeen dragen riooldeposities en moderne landbouwpraktijken beide bij aan de verbreiding van ziekteverwekkers in het milieu. Een groot deel van de in verband met water en rioolemissies genoemde pathogenen behoort tot de zogenaamde ‘opduikende pathogenen’. Dat zijn ziekteverwekkers, die ofwel nieuw zijn, ofwel recent in aantal zijn toegenomen. Mede door de problemen van het toenemende aantal mensen met een gestoord immuunsysteem, worden er voortdurend nieuwe ziekteverwekkers beschreven. Vele daarvan zijn darmpathogenen. Er zijn echter ook werkelijk nieuwe opduikende pathogenen, of oude bekenden, die aan een snelle opmars bezig zijn. De waterroute via het riool kan een belangrijke rol spelen in de snelle verbreiding ervan., vooral als landbouwhuisdieren eveneens gastheer kunnen zijn. Ernstige problemen zijn te verwachten van de gevaarlijke E. coli O157:H7. De kwaliteitsdoelstellingen van het oppervlaktewater kunnen niet gehaald worden zonder sanering van de ongezuiverde en nazuivering van de gezuiverde lozingen. Het is gewenst, dat hierbij ook aandacht besteed wordt aan de microbiologische emissies, omdat alleen het terugbrengen van de eutrofiëring niet voldoende is om de belasting met ziekteverwekkers terug te dringen. Het rapport besluit met een aantal aanbevelingen. Riooloverstorten, rioolzuivering en volksgezondheid. Een literatuuronderzoek naar de microbiële belasting van oppervlaktewater. Maureen E. Butter en Renier Snieders. 1999, 76 p., fl 20*,-, ISBN 90 367 10952.
    Original languageDutch
    Number of pages76
    Publication statusPublished - 1999

    Cite this