Abstract
Subtielere vormen van hartschade zijn niet op te sporen door meting van de linker ventrikel ejectie fractie (LVEF), een lang bestaande en alom geaccepteerde maat voor hartschade, die de knijpkracht van het hart weergeeft. In deze gevallen kan het hart beter in de ontspanningsfase onderzocht worden. Dat blijkt uit onderzoek van UMCG-promovendus Yoran Hummel.
Subtiele schade aan het hart is vaak niet op te sporen met behulp van de LVEF. Dit komt onder meer door technische beperkingen, zoals de beeldkwaliteit. Maar een nog veel belangrijkere factor voor het niet kunnen opsporen van de subtiele schade zijn veranderingen aan het hart waarbij de LVEF op peil blijft. Een bekend voorbeeld hiervan is het ontwikkelen van hypertrofie bij drukbelasting van het linker ventrikel. Deze morfologische veranderingen leiden tot een toegenomen stugheid van de hartspier, waardoor de ontspanfunctie van het hart afneemt.
Bij het vaststellen van subtiele hartschade zijn tissue Doppler-snelheden waardevol. Vanuit technisch oogpunt is het meten van vroeg diastolische tissue snelheid (e') één van de minst volumeafhankelijke, hoog reproduceerbare en sensitieve metingen, zo concludeert de promovendus. Hij bepleit daarom meer routinematig gebruik van e' in de klinische praktijk, in het bijzonder wanneer patiënten worden doorverwezen naar een clinicus met de verdenking van subtiele schade aan het hart. Dit kan helpen hartfalen zo veel mogelijk te voorkomen.
Original language | English |
---|---|
Qualification | Doctor of Philosophy |
Awarding Institution |
|
Supervisors/Advisors |
|
Award date | 18-Dec-2012 |
Place of Publication | Groningen |
Publisher | |
Print ISBNs | 9789036758109 |
Publication status | Published - 2012 |
Keywords
- Proefschriften (vorm)
- Glycering
- Hemodialyse
- Stralingsbeschadiging
- Hartzwakte
- Echocardiografie
- Diastolisch volume
- Hartfunctie
- Linker ventrikel
- cardiologie