Abstract
Dotteren is een veel uitgevoerde behandeling in geval van vernauwing van de kransslagader (restenose). Promovendus Jasper Wijpkema onderzocht de invloed van enkele genetische varianten van het renine-angiotensine systeem (RAS; het systeem dat de bloeddruk reguleert) op het opnieuw ontstaan van een restenose na een eerdere dotter behandeling. Alleen het gen 1166 A/C polymorfisme blijkt hierbij van belang. Ook blijkt dat een vernauwing na een dotter behandeling in de voorgeschiedenis een belangrijke indicator is voor de noodzaak van drug eluting stents. Deze patiënten hebben namelijk een verhoogd risico op een vernauwing van de kransslagader wanneer ze in een ander vat gedotterd worden. Verder werd onderzocht welke invloed het toedienen van glycoproteïne IIb/IIIa-antagonisten heeft op het ontstaan van restenose na dotteren van complexe letsels. Hierbij werd vooral aandacht besteed aan de vraag bij welke patiënten deze medicijnen wel, en bij welke patiënten ze niet zouden moeten worden gegeven. De resultaten van dit onderzoek dragen bij aan verdere verbetering van diagnose en behandeling in de interventiecardiologie.
Original language | English |
---|---|
Qualification | Doctor of Philosophy |
Supervisors/Advisors |
|
Publisher | |
Print ISBNs | 903672578X |
Publication status | Published - 2006 |
Keywords
- Proefschriften (vorm)
- Angioplastiek, Coronaire hartziekten
- cardiologie