Vrije en reguliere scholen vergeleken: Een onderzoek naar de effectiviteit van Vrije scholen en reguliere scholen voor voortgezet onderwijs

Research output: ThesisThesis fully internal (DIV)

3511 Downloads (Pure)

Abstract

Leerlingen op Vrije scholen hebben een forse rekenachterstand vergeleken met leerlingen in het reguliere onderwijs. Daarentegen is hun houding ten opzichte van leren aanzienlijk positiever, ontdekte Hilde Steenbergen in haar vergelijkend onderzoek tussen de leeruitkomsten van beide onderwijsvormen. Steenbergen promoveert 12 maart aan de Rijksuniversiteit Groningen. Traditioneel zijn Vrije scholen gericht op een brede ontwikkeling van kinderen. Cognitieve ontwikkeling is op deze scholen gelijkwaardig aan de kunstzinnige en sociaal-emotionele ontwikkeling. Dit uitgangspunt maakte een vergelijking met het reguliere onderwijs tot een aantal jaar geleden nauwelijks mogelijk; de inhoud van beide onderwijsvormen verschilde teveel van elkaar. Tot de Vrije scholen in 2000 werden opgenomen in het reguliere onderwijsbestel en daarbij de kerndoelen van de basisvorming onderschreven. Steenbergen: ‘Dankzij deze gemeenschappelijk basis was een vergelijking nu wel mogelijk.’ Fors lagere scores Belangrijke verschillen tussen beide schooltypen zijn te vinden op cognitief niveau. Na drie jaar voortgezet onderwijs scoren Vrije scholen lager op Nederlands en wiskunde. Voor wiskunde geldt dat Vrije schoolleerlingen vaak al binnenkomen op het voortgezet onderwijs met fors lagere scores. De achterstand die ze hebben opgelopen op het (Vrije school) basisonderwijs halen ze in het voortgezet onderwijs niet meer in. Hoger academisch zelfbeeld Opvallend is dat het academisch zelfbeeld van Vrije schoolleerlingen hoger ligt dan dat van leerlingen in het reguliere onderwijs. En dat terwijl de prestaties over het algemeen dus lager liggen. ‘Dat kan het gevolg zijn van zelfoverschatting, maar net zo goed een kwestie van minder faalangst’, meent Steenbergen. ‘Bijvoorbeeld omdat Vrije scholen niet alleen de cognitieve capaciteiten van leerlingen benadrukken. Daarbij is hun houding ten opzichte van leren duidelijk positiever dan die van leerlingen in het reguliere onderwijs. Daar zie je dat de motivatie om te leren tussen het eerste en het derde jaar echt veel sterker daalt.’ Lager intelligentieniveau Leerlingen op Vrije scholen komen relatief vaak uit gezinnen met een hogere sociaaleconomische achtergrond. ‘Op basis daarvan wordt vaak aangenomen dat ze uit taalrijke gezinnen komen en dus een voorsprong hebben op dit gebied’, aldus Steenbergen. ‘Dit blijkt niet het geval te zijn. Ze scoren nagenoeg gelijk op verbale intelligentie en zelfs significant lager als het gaat om symbolische intelligentie.’ Dit betekent volgens Steenbergen dat minder slimme kinderen met een hogere sociaal-economische achtergrond vaker kiezen. (is iets minder speculatief) Vrije scholen laten zich bij de inschrijving van leerlingen namelijk niet leiden door het advies van de basisschool. NB: Belangrijker is misschien wel dat op Vrije scholen de verschillende onderwijsniveaus (VMBO-TL, HAVO en VWO) bij elkaar blijven. Schoolkeuze Een eenduidige conclusie verbinden aan de resultaten van dit onderzoek is volgens Steenbergen niet makkelijk. Welke schoolkeuze beter is, hangt sterk af van het belang dat ouders hechten aan bepaalde kwaliteiten. ‘Als ouders het belangrijk vinden dat hun kinderen zich goed ontwikkelen in het cognitieve domein, dan is de Vrije school niet zo’n goede keuze.’ Als ze het daarentegen vooral belangrijk vinden dat hun kind met plezier naar school gaat – een vaak gehoord antwoord op de vraag aan ouders wat belangrijk is in de schoolkeuze – ligt het antwoord op de vraag of de Vrije school een goede keuze is wat genuanceerder.’ Daarbij merkt Steenbergen op dat de creatieve ontwikkeling van leerlingen in het onderzoek niet aan bod komt. Terwijl hierin voor veel ouders juist de meerwaarde van de Vrije scholen schuilt. Curriculum vitae Hilde Steenbergen (Den Helder, 1967) studeerde onderwijskunde in Groningen. Steenbergen promoveert tot doctor in de Gedrags- en Maatschappijwetenschappen bij prof. dr. Greetje van der Werf en prof. dr. Bert Creemers. De titel van het proefschrift luidt: ‘Vrije en reguliere scholen vergeleken. Een onderzoek naar de effectiviteit van Vrije scholen en reguliere scholen voor voortgezet onderwijs.’ Momenteel is Steenbergen studieadviseur bij de vakgroep Sociologie aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Original languageDutch
QualificationDoctor of Philosophy
Awarding Institution
  • University of Groningen
Supervisors/Advisors
  • Werf ,van der, Margaretha, Supervisor
  • Creemers, B.P.M., Supervisor, External person
  • Opdenakker, Marie-Christine, Co-supervisor
Award date12-Mar-2009
Place of PublicationGroningen
Publisher
Print ISBNs9789066905054
Publication statusPublished - 2009

Cite this