Abstract
Hoewel bedrijfstakken een groot aantal bedrijven bevatten, beschouwt elk bedrijf meestal niet elk ander bedrijf als een directe rivaal. Het is gemakkelijk te zeggen welke bedrijven jij als jouw rivalen beschouwt, maar weet je wie zij als rivalen zien? Zijn er organisaties die jouw prestaties kunnen beïnvloeden en die nog niet op jouw radar staan? Een manier om blinde vlekken te voorkomen, is door de patronen van onderlinge afhankelijkheid binnen je branche in kaart te brengen.
Bedrijven die soortgelijke strategieën volgen, hebben de neiging om te concurreren op upstream-markten om de beste deals met hun leveranciers te krijgen. Ze concurreren ook op downstream-markten om klanten aan te trekken. Als gevolg hiervan kunnen deze vergelijkbare bedrijven elkaars prestaties beïnvloeden: ze zijn onderling afhankelijk. Dit motiveert hen om met elkaar om te gaan in een poging hun onderlinge afhankelijkheid te beheersen. Meestal omvat dit een combinatie van coöperatieve en competitieve interacties.
Iedereen kent het fundamentele onderscheid tussen full-service (legacy) luchtvaartmaatschappijen en no-nonsense (low-cost) luchtvaartmaatschappijen. Een cluster analyse laat zien dat elk van deze bekende groepen in tweeën kan worden verdeeld. De analyse gaf aan dat full-service luchtvaartmaatschappijen opgesplitst kunnen worden op basis van grootte: grote versus kleine legacy-luchtvaartmaatschappijen. Beide subgroepen hebben een groot aantal bedrijven met zeer vergelijkbare strategische posities. Bovendien betekent de nabijheid van de twee groepen dat competitieve acties in de ene groep gemakkelijk kunnen overslaan naar de andere groep. Als gevolg hiervan neigen de interacties in beide subgroepen naar perfecte concurrentie. Dit legt een enorme neerwaartse druk op de prestaties van deze luchtvaartmaatschappijen.
Daarentegen zijn de luchtvaartmaatschappijen zonder franjes qua strategische positionering vrij ver verwijderd van de full-service luchtvaartmaatschappijen. Bijgevolg is het minder waarschijnlijk dat concurrerende acties bij full-service luchtvaartmaatschappijen een soortgelijke reactie van goedkope luchtvaartmaatschappijen zullen oproepen, en vice versa. Toch zijn er genoeg luchtvaartmaatschappijen zonder franjes die fel concurreren op prijs om de prestaties ernstig te drukken. In deze branche van worstelende luchtvaartmaatschappijen waren Ryanair en EasyJet de opmerkelijke uitzonderingen. Uit de kaart blijkt dat deze groep relatief geïsoleerd is van de hoofdgroep van goedkope luchtvaartmaatschappijen. In plaats van te proberen overal naartoe te vliegen met routes in een hub-and-spoke-ontwerp, gebruiken ze een point-to-point-ontwerp. Hierdoor kunnen ze de meest winstgevende routes uitkiezen en de rest overslaan. Misschien nog belangrijker is dat de point-to-point-strategie Ryanair en EasyJet ook in staat stelt om overlappende routes te vermijden. Door de onderlinge concurrentie binnen de groep opzij te zetten kunnen ze functioneren als een zeer winstgevend duopolie.
Bedrijven die soortgelijke strategieën volgen, hebben de neiging om te concurreren op upstream-markten om de beste deals met hun leveranciers te krijgen. Ze concurreren ook op downstream-markten om klanten aan te trekken. Als gevolg hiervan kunnen deze vergelijkbare bedrijven elkaars prestaties beïnvloeden: ze zijn onderling afhankelijk. Dit motiveert hen om met elkaar om te gaan in een poging hun onderlinge afhankelijkheid te beheersen. Meestal omvat dit een combinatie van coöperatieve en competitieve interacties.
Iedereen kent het fundamentele onderscheid tussen full-service (legacy) luchtvaartmaatschappijen en no-nonsense (low-cost) luchtvaartmaatschappijen. Een cluster analyse laat zien dat elk van deze bekende groepen in tweeën kan worden verdeeld. De analyse gaf aan dat full-service luchtvaartmaatschappijen opgesplitst kunnen worden op basis van grootte: grote versus kleine legacy-luchtvaartmaatschappijen. Beide subgroepen hebben een groot aantal bedrijven met zeer vergelijkbare strategische posities. Bovendien betekent de nabijheid van de twee groepen dat competitieve acties in de ene groep gemakkelijk kunnen overslaan naar de andere groep. Als gevolg hiervan neigen de interacties in beide subgroepen naar perfecte concurrentie. Dit legt een enorme neerwaartse druk op de prestaties van deze luchtvaartmaatschappijen.
Daarentegen zijn de luchtvaartmaatschappijen zonder franjes qua strategische positionering vrij ver verwijderd van de full-service luchtvaartmaatschappijen. Bijgevolg is het minder waarschijnlijk dat concurrerende acties bij full-service luchtvaartmaatschappijen een soortgelijke reactie van goedkope luchtvaartmaatschappijen zullen oproepen, en vice versa. Toch zijn er genoeg luchtvaartmaatschappijen zonder franjes die fel concurreren op prijs om de prestaties ernstig te drukken. In deze branche van worstelende luchtvaartmaatschappijen waren Ryanair en EasyJet de opmerkelijke uitzonderingen. Uit de kaart blijkt dat deze groep relatief geïsoleerd is van de hoofdgroep van goedkope luchtvaartmaatschappijen. In plaats van te proberen overal naartoe te vliegen met routes in een hub-and-spoke-ontwerp, gebruiken ze een point-to-point-ontwerp. Hierdoor kunnen ze de meest winstgevende routes uitkiezen en de rest overslaan. Misschien nog belangrijker is dat de point-to-point-strategie Ryanair en EasyJet ook in staat stelt om overlappende routes te vermijden. Door de onderlinge concurrentie binnen de groep opzij te zetten kunnen ze functioneren als een zeer winstgevend duopolie.
Original language | English |
---|---|
Type | e-magazine |
Media of output | Management Tribune |
Publisher | PublicNL |
Number of pages | 2 |
Publication status | Published - 12-Jul-2020 |
Keywords
- Strategische groepen
- Concurrency
- EU luchtvaartmaatschappijen