Samenvatting
Dit artikel is een bewerkte versie van de Nederlandse samenvatting van het proefschrift “Happy faces and other rewards. Different perspectives on a bias away from positive and toward negative information as an underlying mechanism of depression” van Charlotte Vrijen [1]; Promotores: Albertine J. Oldehinkel, Catharina A. Hartman en Peter de Jonge.
Doorgaans laten mensen sterke reacties zien op positieve informatie, maar sommige mensen reageren hier minder sterk op; zij hebben een zogenaamde lage positieve bias. In dit proefschrift werd het verband tussen lage positieve bias en depressie onderzocht. We onderzochten of een lage positieve bias tijdens de adolescentie een voorspeller was van latere depressie en wat de implicaties van een lage positieve bias waren in het dagelijks leven. Met een interventiestudie onderzochten we of op de persoon toegesneden leefstijladvies en een vrije-val-ervaring voor meer plezier en een positievere bias konden zorgen bij jongvolwassenen die last hadden van verlies van plezier. Een belangrijke uitkomst van ons onderzoek is dat een lage positieve bias gedurende de adolescentie een latere depressie voorspelde en daarmee mogelijk een indicator is van vatbaarheid voor depressie. In het dagelijks leven hielden jongeren met een hoge positieve bias het goede gevoel dat ze van positieve ervaringen kregen langer vast dan jongeren met een lage bias. Dit zou kunnen verklaren waarom jongeren met een lage positieve bias meer kans hebben om depressief te worden. In de interventiestudie werden aanwijzingen gevonden dat op de persoon toegesneden leefstijladvies resulteerde in een toename in plezier, maar niet in een positievere bias.
Doorgaans laten mensen sterke reacties zien op positieve informatie, maar sommige mensen reageren hier minder sterk op; zij hebben een zogenaamde lage positieve bias. In dit proefschrift werd het verband tussen lage positieve bias en depressie onderzocht. We onderzochten of een lage positieve bias tijdens de adolescentie een voorspeller was van latere depressie en wat de implicaties van een lage positieve bias waren in het dagelijks leven. Met een interventiestudie onderzochten we of op de persoon toegesneden leefstijladvies en een vrije-val-ervaring voor meer plezier en een positievere bias konden zorgen bij jongvolwassenen die last hadden van verlies van plezier. Een belangrijke uitkomst van ons onderzoek is dat een lage positieve bias gedurende de adolescentie een latere depressie voorspelde en daarmee mogelijk een indicator is van vatbaarheid voor depressie. In het dagelijks leven hielden jongeren met een hoge positieve bias het goede gevoel dat ze van positieve ervaringen kregen langer vast dan jongeren met een lage bias. Dit zou kunnen verklaren waarom jongeren met een lage positieve bias meer kans hebben om depressief te worden. In de interventiestudie werden aanwijzingen gevonden dat op de persoon toegesneden leefstijladvies resulteerde in een toename in plezier, maar niet in een positievere bias.
Originele taal-2 | Dutch |
---|---|
Pagina's (van-tot) | 10-18 |
Tijdschrift | Neuropraxis |
Volume | 24 |
DOI's | |
Status | Published - 14-jan.-2020 |