Case note: ECLI:NL:CRVB:2017:3209: AB 2017/351

Onderzoeksoutput

Samenvatting

De Raad onderschrijft het oordeel dat de door de partner van appellant geboden hulp terecht door het college is aangemerkt als mantelzorg. Ter zitting bij de Raad is door de partner wederom verklaard dat zij niet zal stoppen met het verlenen van deze hulp. Dit betekent dat in het onderhavige geval een andere situatie aan de orde is dan in de zaak waarin de Raad op 11 januari 2017 (ECLI:NL:CRVB:2017:17) uitspraak heeft gedaan, wat de gemachtigde van appellant overigens ook expliciet heeft bevestigd. Nu de door appellant ondervonden beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie worden weggenomen of verminderd met de door zijn partner verleende mantelzorg, heeft het college gelet op artikel 2.3.5, derde lid, van de Wmo 2015 terecht beslist dat geen maatwerkvoorziening ter compensatie van deze beperkingen wordt verstrekt.
Originele taal-2Dutch
ArtikelnummerAB 2017/351
Aantal pagina's4
TijdschriftAB Rechtspraak Bestuursrecht
Volume2017
Nummer van het tijdschrift40
StatusPublished - 2017

Rechtszaken

Gerechtelijke instantieCentrale Raad van Beroep
Datum uitspraak06/09/2017
ECLI IDECLI:NL:CRVB:2017:3209
Case number40

Citeer dit