Samenvatting
Het Antiprotonannihilatie-experiment in Darmstadt (PANDA) heeft een breed wetenschappelijk programma waarvan de studie van exotische hadronen, ‘strange’- en ’charmed’-baryonen, het spectrum van charmonium en de structuur van het nucleon de belangrijkste deelgebieden zijn. Het is algemeen geaccepteerd dat de kwantumchromodynamica (QCD) de fundamentele theorie is van de sterke kernkracht. De zelfkoppeling van gluonen in QCD staat de voorspelling toe van exeotische hadronische systemen die verschillen van de klassieke quarkmodeltoestanden. Zeer nauwkeurige experimentele resultaten voor de spin/pariteit bepalingen en vervalswaarschijnlijkheden zijn een doorslaggevend element voor het identificeren van de structuur van deze exotische toestanden.
Onze aanpak begint met het benoemen van de algemene eigenschappen van een verstrooiingsamplitude: unitariteit, covariantie, analyticiteit en deeltjesverwisselingssymmetrie. De covariante partiële-golfamplitudes zijn een uitstekend beginpunt voor het analyseren van baryon-antibaryonverstrooiing in een covariante gekoppelde-kanalenaanpak die rekening houdt met causaliteit en gekoppelde-kanalenunitariteit. De kinematische beperkingen in de heliciteitsparti”ele-golfamplitudes worden geëlimineerd door niet-unitaire transformatiematrices die de begin- en eindheliciteitstoestanden op nieuwe covariante toestanden afbeelden. We hebben een serie berekeningen uitgevoerd voor een 2x2 gekoppelde-kanalen wisselwerking. Hiermee onderzoeken wij de effecten van een zwakke, gemiddelde en sterke koppeling op de covariante partiële-golfamplitudes zoals uitgerekend met de N/D methode. Als een volgende stap, moeten covariante partiële-golfamplitudes gebruikt worden om de gekoppelde-kanalenruimte uit te breiden met meson-nucleon en meson-meson toestanden.
Originele taal-2 | English |
---|---|
Kwalificatie | Doctor of Philosophy |
Begeleider(s)/adviseur |
|
Datum van toekenning | 11-mei-2012 |
Plaats van publicatie | Groningen |
Uitgever | |
Status | Published - 2012 |