Samenvatting
Omdat het Nederlandse Rijksvaccinatieprogramma al intensief is en de gezondheidszorg kampt met gelimiteerde budgetten, zijn de mogelijkheden voor opname van nieuwe vaccins in het Rijksvaccinatieprogramma beperkt. Naast vele andere factoren, hebben doelmatigheidsuitkomsten een groot effect op de beslissing om een vaccin op te nemen in het Rijksvaccinatieprogramma.
In het eerste gedeelte van dit proefschrift ligt de focus op de (kosten-) effectiviteit van pneumokokkenvaccinatie.
Het blijkt dat er grote verschillen zijn in de geobserveerde epidemiologie na de introductie van het vaccin in Amerika en Europa. In Europa werden er minder pneumokokken gevallen voorkomen in ongevaccineerde individuen (‘herd immunity’) terwijl er meer ziekte werd waargenomen veroorzaakt door serotypen waartegen het vaccin geen bescherming biedt (serotypevervanging). Dit had tot gevolg dat de kosteneffectiviteit van het destijds gebruikte 7-valente pneumokokkenvaccin minder gunstig was dan eerder voorspeld. Meer valente pneumokokkenvaccins hebben een grotere kans om te worden beschouwd als kosteneffectief omdat deze waarschijnlijk meer directe en herd immunity effecten bieden terwijl de kans op serotypevervanging kleiner is. Als gevolg van deze potentiele herd immunity zal het vaccineren van andere (risico-) groepen potentieel minder gunstig worden. Zo blijkt uit een economisch model dat het vaccineren van risicogroepen in Engeland waarschijnlijk niet als kosteneffectief kan worden beschouwd tenzij het vaccin ook bescherming biedt tegen niet-invasieve pneumonie. Dit laatste wordt momenteel onderzocht in een grote Nederlandse klinische trial.
Het tweede gedeelte van dit proefschrift verkent de impact van de uitbreiding van het huidige pertussis vaccinatie programma naar adolescenten en volwassenen. Gegeven de complexiteit van de pertussis transmissie, was het nodig een dynamisch transmissie model te ontwikkelen. Dit model suggereert dat de meest kosteneffectieve leeftijd om een extra booster te introduceren rond de 12 jaar is. Het beoogde beschermende effect voor (gedeeltelijk) ongevaccineerde zuigelingen bleek echter minimaal te zijn.
Gezien de dynamiek van infectieziekten zijn soms complexe methoden nodig om de impact van nieuwe vaccinatieprogramma’s te voorspellen. Het uitbreiden van het huidige pneumokokken–en pertussis vaccinatieprogramma biedt de mogelijkheid om de morbiditeit en mortaliteit te verminderen en de ziektegerelateerde kosten te verlagen.
In het eerste gedeelte van dit proefschrift ligt de focus op de (kosten-) effectiviteit van pneumokokkenvaccinatie.
Het blijkt dat er grote verschillen zijn in de geobserveerde epidemiologie na de introductie van het vaccin in Amerika en Europa. In Europa werden er minder pneumokokken gevallen voorkomen in ongevaccineerde individuen (‘herd immunity’) terwijl er meer ziekte werd waargenomen veroorzaakt door serotypen waartegen het vaccin geen bescherming biedt (serotypevervanging). Dit had tot gevolg dat de kosteneffectiviteit van het destijds gebruikte 7-valente pneumokokkenvaccin minder gunstig was dan eerder voorspeld. Meer valente pneumokokkenvaccins hebben een grotere kans om te worden beschouwd als kosteneffectief omdat deze waarschijnlijk meer directe en herd immunity effecten bieden terwijl de kans op serotypevervanging kleiner is. Als gevolg van deze potentiele herd immunity zal het vaccineren van andere (risico-) groepen potentieel minder gunstig worden. Zo blijkt uit een economisch model dat het vaccineren van risicogroepen in Engeland waarschijnlijk niet als kosteneffectief kan worden beschouwd tenzij het vaccin ook bescherming biedt tegen niet-invasieve pneumonie. Dit laatste wordt momenteel onderzocht in een grote Nederlandse klinische trial.
Het tweede gedeelte van dit proefschrift verkent de impact van de uitbreiding van het huidige pertussis vaccinatie programma naar adolescenten en volwassenen. Gegeven de complexiteit van de pertussis transmissie, was het nodig een dynamisch transmissie model te ontwikkelen. Dit model suggereert dat de meest kosteneffectieve leeftijd om een extra booster te introduceren rond de 12 jaar is. Het beoogde beschermende effect voor (gedeeltelijk) ongevaccineerde zuigelingen bleek echter minimaal te zijn.
Gezien de dynamiek van infectieziekten zijn soms complexe methoden nodig om de impact van nieuwe vaccinatieprogramma’s te voorspellen. Het uitbreiden van het huidige pneumokokken–en pertussis vaccinatieprogramma biedt de mogelijkheid om de morbiditeit en mortaliteit te verminderen en de ziektegerelateerde kosten te verlagen.
Originele taal-2 | English |
---|---|
Begeleider(s)/adviseur |
|
Datum van toekenning | 25-feb.-2013 |
Gedrukte ISBN's | 9789036759908 |
Elektronische ISBN's | 9789036759915 |
Status | Published - 2013 |