Het recht van gratie: Naar aanleiding van de vonnissen van de Voorzieningenrechter Den Haag van 10 juli en 18 september 2014 inzake de vorderingen van twee levenslanggestraften

OnderzoeksoutputProfessional

1049 Downloads (Pure)

Samenvatting

Uit twee recente uitspraken van de Haagse voorzieningenrechter blijkt dat de rechter die de Koning adviseert over het gratieverzoek en de voor de gratiebeslissing verantwoordelijke bewindsman van mening verschillen over de uitleg van de Europese rechtspraak inzake de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf.
Dit leidt niet alleen tot een onverkwikkelijk openbaar debat over de toekomst van juist degenen die zich in een uitzonderlijk kwetsbare positie bevinden maar zet ook het gratie-instituut op het spel. Indien de bewindsman geen oog meer heeft voor het in de Gratiewet vervatte evenwicht tussen rechter en administratie om de inbreuk op de machtenscheiding, die gratieverlening in feite is, te rechtvaardigen, beantwoordt het recht van gratie niet meer aan zijn doel. Dit doel is namelijk 'ertoe bij te dragen dat door de onafhankelijke rechter opgelegde sancties in overeenstemming met eisen van rechtvaardigheid, humaniteit en doelmatigheid ten uitvoer worden gelegd’ (Memorie van toelichting Gratiewet, p. 14 en 15).
Originele taal-2Dutch
Artikelnummer1839
Pagina's (van-tot)2551-2557
Aantal pagina's7
TijdschriftNederlands Juristenblad NJB
Volume89
Nummer van het tijdschrift36
Vroegere onlinedatum23-okt.-2014
StatusPublished - 24-okt.-2014

Keywords

  • gratie, machtenscheiding, levenslange gevangenisstraf, Vinter-arrest, review mechanism, rechterlijk adviesrecht ex 122 GW

Citeer dit