Samenvatting
De centrale vraag van dit proefschrift luidt: Gaat het leren van de taal van het migratieland samen met culturele integratie en welke factoren bevorderen of belemmeren dit? Determinanten van culturele integratie zijn identificatie met- en attituden ten opzichte van het migratieland. Het onderzoek is uitgevoerd onder immigranten in Nederland.
Ten eerste onderzochten we welke factoren de Nederlandse taalverwerving van immigranten bevorderen of belemmeren. Specifiek bestudeerden we of immigranten met bepaalde achtergrondkenmerken hun eigen Nederlandse taalvaardigheid hoger inschatten.
Achtergrondkenmerken die van belang bleken bij de sociaal geïsoleerde immigranten uit het onderzoek waren onder andere leeftijd ten tijde van migratie en vaardigheid in de moedertaal. Geslacht en migratiemotief bleken niet relevant te zijn.
Ten tweede onderzochten we of het leren van de Nederlandse taal samen gaat met een hogere mate van culturele integratie. In ons langlopend onderzoek onder sociaal geïsoleerde immigranten, tijdelijke immigranten en immigrantenkinderen (tieners), vonden we alleen bij tijdelijke immigranten steun voor deze veronderstelling. In deze groep ging het leren van de Nederlandse taal samen met een toenemende identificatie met Nederland.
Ten derde onderzochten we ander factoren die mogelijk van invloed zijn op de (veronderstelde) relatie tussen het leren van de Nederlandse taal en integratie. Zoals verwacht bood ons onderzoek onder tijdelijke immigranten steun voor het belang van multiculturele persoonlijkheidskenmerken. Alleen bij de tijdelijke migranten met een hoge mate van ‘sociaal initiatief’ ging het Nederlands leren samen met een positieve verandering in attituden ten opzichte van Nederland. In tegenstelling tot onze verwachting, bood ons onderzoek onder immigrantenkinderen geen steun voor het belang van vriendschappen met Nederlanders in (de relatie tussen) Nederlandse taalverwerving en culturele integratie.
Ten eerste onderzochten we welke factoren de Nederlandse taalverwerving van immigranten bevorderen of belemmeren. Specifiek bestudeerden we of immigranten met bepaalde achtergrondkenmerken hun eigen Nederlandse taalvaardigheid hoger inschatten.
Achtergrondkenmerken die van belang bleken bij de sociaal geïsoleerde immigranten uit het onderzoek waren onder andere leeftijd ten tijde van migratie en vaardigheid in de moedertaal. Geslacht en migratiemotief bleken niet relevant te zijn.
Ten tweede onderzochten we of het leren van de Nederlandse taal samen gaat met een hogere mate van culturele integratie. In ons langlopend onderzoek onder sociaal geïsoleerde immigranten, tijdelijke immigranten en immigrantenkinderen (tieners), vonden we alleen bij tijdelijke immigranten steun voor deze veronderstelling. In deze groep ging het leren van de Nederlandse taal samen met een toenemende identificatie met Nederland.
Ten derde onderzochten we ander factoren die mogelijk van invloed zijn op de (veronderstelde) relatie tussen het leren van de Nederlandse taal en integratie. Zoals verwacht bood ons onderzoek onder tijdelijke immigranten steun voor het belang van multiculturele persoonlijkheidskenmerken. Alleen bij de tijdelijke migranten met een hoge mate van ‘sociaal initiatief’ ging het Nederlands leren samen met een positieve verandering in attituden ten opzichte van Nederland. In tegenstelling tot onze verwachting, bood ons onderzoek onder immigrantenkinderen geen steun voor het belang van vriendschappen met Nederlanders in (de relatie tussen) Nederlandse taalverwerving en culturele integratie.
Originele taal-2 | English |
---|---|
Kwalificatie | Doctor of Philosophy |
Toekennende instantie |
|
Begeleider(s)/adviseur |
|
Datum van toekenning | 9-okt.-2017 |
Plaats van publicatie | [Groningen] |
Uitgever | |
Gedrukte ISBN's | 9789403499901 |
Elektronische ISBN's | 9789403409900 |
Status | Published - 2017 |