TY - BOOK
T1 - Im Netzwerk der Kulturvermittlung
T2 - Sechs Autorinnen und ihre Bedeutung für die Verbreitung skandinavischer Literatur und Kultur in West- und Mitteleuropa um 1900
AU - Jiresch, Ester Irmgard Hermine
N1 - Relation: http://www.rug.nl/
Rights: University of Groningen
PY - 2013
Y1 - 2013
N2 - In de laatste decennia van de negentiende eeuw werd moderne Scandinavische literatuur in Europa steeds meer gelezen en raakten tevens verscheidene maatschappelijke en culturele ideeën uit de Scandinavische landen in Europa bekend. Van niet te onderschatten belang in dit proces waren de agenten/actoren van de bemiddeling: de vertalers, literaire critici, literaire agenten, redacteuren, uitgevers, taaldocenten, journalisten, etc. - de zogenaamde 'cultuurbemiddelaars'. Deze cultuurbemiddelaars waren meestal vrouwen die vaak in de schaduw van beroemde auteurs leefden en werkten. Ze vertaalden, bemiddelden, recenseerden wereldbekende namen zoals August Strindberg, Selma Lagerlöf en Henrik Ibsen, maar raakten zelf in de vergetelheid. Ze worden in vrijwel alle literatuur- en cultuurhistorische naslagwerken over het hoofd gezien.
Daarom ligt de focus van het proefschrift van Ester Jiresch op zes vrouwelijke cultuurbemiddelaars, hun leven, hun werk en hun netwerken die allemaal een belangrijke rol in de Europese receptie van moderne Scandinavische literatuur en cultuur speelden.
Drie van de behandelde vrouwen zijn afkomstig uit het Nederlandstalig gebied: Margaretha Meyboom (1856-1927), Marie Belpaire (1853-1948) en Dien Logeman-van der Willigen (1864-1925). Uit het Duitstalig gebied werden de vertaaloeuvres van Marie Herzfeld (1855-1940), Mathilde Prager (1844-1921) en Laura Marholm (1854-1928) onderzocht. Jiresch richt zich in haar onderzoek onder meer op de volgende vragen: Op welke manier droegen deze vrouwen aan de formatie van de beeldvorming van Scandinavische literatuur en cultuur in hun vaderlanden / omgeving bij? Hoe waren hun netwerken opgebouwd en hoe beïnvloedden deze hun werk? Welke rol speelde geslacht in de context van hun netwerken, van betreft hun relaties met anderen en hun eigen zelf reflectie? Zij concludeert dat de rol van de bemiddelaarster/vertaalster niet (als verwacht) passief was, maar uiterst actief en gedeeltelijk manipulatief. Het beeld van het ‘typisch Scandinavische’ dat de vrouwen ijverig bemiddelden was bovendien niet in het minst homogeen, maar enorm divers.
AB - In de laatste decennia van de negentiende eeuw werd moderne Scandinavische literatuur in Europa steeds meer gelezen en raakten tevens verscheidene maatschappelijke en culturele ideeën uit de Scandinavische landen in Europa bekend. Van niet te onderschatten belang in dit proces waren de agenten/actoren van de bemiddeling: de vertalers, literaire critici, literaire agenten, redacteuren, uitgevers, taaldocenten, journalisten, etc. - de zogenaamde 'cultuurbemiddelaars'. Deze cultuurbemiddelaars waren meestal vrouwen die vaak in de schaduw van beroemde auteurs leefden en werkten. Ze vertaalden, bemiddelden, recenseerden wereldbekende namen zoals August Strindberg, Selma Lagerlöf en Henrik Ibsen, maar raakten zelf in de vergetelheid. Ze worden in vrijwel alle literatuur- en cultuurhistorische naslagwerken over het hoofd gezien.
Daarom ligt de focus van het proefschrift van Ester Jiresch op zes vrouwelijke cultuurbemiddelaars, hun leven, hun werk en hun netwerken die allemaal een belangrijke rol in de Europese receptie van moderne Scandinavische literatuur en cultuur speelden.
Drie van de behandelde vrouwen zijn afkomstig uit het Nederlandstalig gebied: Margaretha Meyboom (1856-1927), Marie Belpaire (1853-1948) en Dien Logeman-van der Willigen (1864-1925). Uit het Duitstalig gebied werden de vertaaloeuvres van Marie Herzfeld (1855-1940), Mathilde Prager (1844-1921) en Laura Marholm (1854-1928) onderzocht. Jiresch richt zich in haar onderzoek onder meer op de volgende vragen: Op welke manier droegen deze vrouwen aan de formatie van de beeldvorming van Scandinavische literatuur en cultuur in hun vaderlanden / omgeving bij? Hoe waren hun netwerken opgebouwd en hoe beïnvloedden deze hun werk? Welke rol speelde geslacht in de context van hun netwerken, van betreft hun relaties met anderen en hun eigen zelf reflectie? Zij concludeert dat de rol van de bemiddelaarster/vertaalster niet (als verwacht) passief was, maar uiterst actief en gedeeltelijk manipulatief. Het beeld van het ‘typisch Scandinavische’ dat de vrouwen ijverig bemiddelden was bovendien niet in het minst homogeen, maar enorm divers.
KW - Proefschriften (vorm)
KW - Laura Marholm (1854-1928)
KW - Erich Holm (1844-1921) pseud. van Mathilde Prager
KW - Marie Herzfeld (1855-1940)
KW - Dina Samuela Logeman-van der Willigen (1864-1925)
KW - Marie-Elisabeth Belpaire (1853-1948)
KW - Margaretha Anna Sophia Meijboom (1856-1927)
KW - Oostenrijk
KW - Vlaanderen (België)
KW - Duitsland
KW - Nederland
KW - Sociale netwerken
KW - Scandinavische boeken
KW - Vrouwen
KW - Vertalers
KW - Bellettrie
KW - Cultuurspreiding
KW - Scandinavische taal- en letterkunde
M3 - Thesis fully internal (DIV)
SN - 9789036760430
PB - [S.n.]
CY - [Groningen]
ER -