Samenvatting
Vezzoni brengt als eerste de praktijk van schriftelijke wilsverklaringen in kaart. Zijn onderzoek bestond onder meer uit telefonische interviews met verpleeghuisartsen, huisartsen en notarissen. De onbekendheid met het fenomeen blijkt alleen al uit verwarring over de terminologie. Vaak hoorde de promovendus spreken over euthanasieverklaringen . Maar deze vallen onder een andere wet en zijn bovendien niet bindend. Zelfs notarissen blijken verrassend genoeg lang niet altijd goed op de hoogte. Gebrek aan informatie Van de Nederlandse bevolking beschikt nog geen één procent over een schriftelijke behandelweigering. Zelfs onder specifieke groepen als ouderen of terminaal zieken ligt het aantal onder een op de tien mensen. Vooral het gebrek aan informatie houdt de frequentie van deze documenten laag. Ter vergelijking: in de Verenigde Staten beschikt een op de drie verpleeghuisbewoners over een schriftelijke wilsverklaring. Dat komt mede omdat door de overheid gefinancierde zorginstellingen verplicht zijn alle inkomende patiënten te informeren over dit recht. Eigen oordeel Vezzoni constateert dat de negatieve en passieve houding van artsen ook niet bijdraagt aan het vergroten van de bekendheid. Nederlandse artsen zeggen het principe van zelfbeschikking te ondersteunen, maar als het er op aankomt geven ze er de voorkeur aan om de besluitvorming over wilsonbekwame patiënten te baseren op hun eigen medisch oordeel. Artsen verstrekken bovendien geen informatie aan de patiënt over de mogelijkheid een schriftelijke wilsverklaring op te stellen en tonen weinig betrokkenheid bij het opstellen van schriftelijke wilsverklaringen. Al met al heeft de onbekendheid tot gevolg dat de kwaliteit van schriftelijke wilsverklaringen doorgaans laag is. Afdwingbaar De vage en algemene formuleringen in de huidige behandelweigeringen geven artsen een vrijbrief om naar hun eigen opvattingen te handelen. Ze voelen weinig voor de bindende kracht, maar het niet naleven van een verklaring is wel degelijk juridisch afdwingbaar. De promovendus spreekt de wens uit dat er namens een patiënt eens een aanklacht wordt ingediend. Een rechterlijke uitspraak zou de bekendheid en daarmee de effectiviteit van de wet volgens hem ten goede komen. Voorwaarden voor succes Vezzoni vindt dat de wet onder voorwaarden zeker een succes zou kunnen worden. Het zal helpen wanneer elke schriftelijke wilsverklaring een vertegenwoordiger aanwijst die deelneemt aan de interpretatie van de wilsverklaring en toeziet op de juiste uitvoering. Een vertegenwoordiger kan twijfels over formuleringen wegnemen en blijkt voor artsen moeilijker te negeren dan een schriftelijk document. Verder is een groter gebruik en betere kwaliteit van de documenten mogelijk wanneer potentiële gebruikers geïnformeerd zijn over hun rechten. Meer betrokkenheid artsen Een andere mogelijk effectieve maatregel is het bevorderen van een meer actieve betrokkenheid van doktoren in het adviseren van patiënten die een schriftelijke wilsverklaring willen opstellen. Dit zou ook een positieve invloed kunnen hebben op hun houding ten opzichte van het nut en het belang van deze documenten. Ten slotte zou de overheid een model-verklaring kunnen opstellen en daar ruime bekendheid aan geven. Momenteel is het enig goed doordachte model (gebruikt onder meer door notarissen) dat van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillige Levenseinde (NVVE). Maar daarvoor moet je lid zijn van een belangenorganisatie die euthanasie propageert, terwijl veel potentiële gebruikers van een schriftelijke wilsverklaring van euthanasie juist niets moeten hebben.
Bron KNAW onderzoekinformatie
Originele taal-2 | English |
---|---|
Kwalificatie | Doctor of Philosophy |
Begeleider(s)/adviseur |
|
Uitgever | |
Status | Published - 2005 |