Tuning the self: George Herbert's poetry as cognitive behaviour

    Onderzoeksoutput

    1086 Downloads (Pure)

    Samenvatting

    Eelco van Es analyseerde de poëzie van de Engelse dominee en dichter George Herbert (1593-1633) middels een cognitieve theorie van kunst en cultuur; poëzie wordt beschouwd als een specifieke manier om de fysieke en mentale staat van de lezer te beïnvloeden. Dit betekent dat er niet zozeer wordt geprobeerd om de betekenis van Herberts gedichten vast te stellen, als wel om hun functie te bepalen binnen zijn pastorale, christelijke visie op het leven. Herberts visie, die hij uiteenzet in enkele traktaten, stoelt op een enkel principe: matiging (‘temperance’). De mens dient zich te matigen, zodat diens leven door God kan worden bepaald. Herbert zet uiteen dat matiging op vele niveaus dient te gebeuren: lichamelijk, in de directe fysieke omgeving (huis en kerk), mentaal en sociaal. Een voorwaarde voor matiging is zelfkennis: ieder individu moet voor zichzelf bepalen hoe het eigen evenwicht het beste kan worden bewaard. Herbert lijkt erop te wijzen dat zijn poëzie de lezer de weg kan wijzen naar zelfkennis en dus naar matiging. Hoe dit in zijn werk dient te gaan maakt hij echter niet duidelijk. Om deze functie van poëzie beter te begrijpen gebruikt Van Es in dit onderzoek een cognitief kader, voornamelijk gebaseerd op het werk van Merlin Donald. Donalds model van de menselijke cognitieve evolutie levert een verklaring voor de zelfreflexieve, matigende werking van poëzie. In deze theorie is poëzie een vorm van zelfkennis (of meta-cognitie), kennis die mimetisch, nabootsend, wordt gegenereerd.
    Originele taal-2English
    KwalificatieDoctor of Philosophy
    Toekennende instantie
    • Rijksuniversiteit Groningen
    Begeleider(s)/adviseur
    • van Heusden, Barend, Supervisor
    • Boulton, Helen, Supervisor
    Datum van toekenning31-mei-2012
    Plaats van publicatieGroningen
    Uitgever
    Gedrukte ISBN's978-94-6191-307-4
    StatusPublished - 2012

    Citeer dit