Samenvatting
Medewerkers die zich onethisch gedragen zijn een serieus probleem voor organisaties. Niet alleen zijn onethische gedragingen illegaal en moreel onacceptabel, maar ze kunnen ook allerlei schade toebrengen aan verscheidene partijen binnen en buiten de organisatie. Tot nu toe heeft het meeste academische onderzoek naar ethiek in organisaties zich gericht op wat managers kunnen doen om onethische gedragingen onder medewerkers te demotiveren. In deze dissertatie richten wij ons echter op de vraag hoe managers door toepassing van gevestigde managementpraktijken, onbedoeld, onethische gedragingen onder medewerkers kunnen motiveren. We beargumenteren eerst dat onethische gedragingen medewerkers een functioneel voordeel kunnen bieden die ethisch-neutrale gedragingen niet bieden, in de zin dat medewerkers langs het onethische pad doelen en standaarden op een effectievere of efficiëntere manier kunnen behalen. Verspreid over drie empirische hoofdstukken tonen wij vervolgens aan dat drie veelgebruikte managementpraktijken (i.e., rangordecompetities, het stellen van promotie- of preventiegerichte doelen, en het maken van onderscheid tussen medewerkers) de potentie hebben om functionele onethische gedragingen onder medewerkers te motiveren. We sluiten de dissertatie af met een generale discussie van de theoretische en praktische implicaties van al het voorgaande.
Originele taal-2 | English |
---|---|
Kwalificatie | Doctor of Philosophy |
Toekennende instantie |
|
Begeleider(s)/adviseur |
|
Datum van toekenning | 22-feb.-2016 |
Plaats van publicatie | [Groningen] |
Uitgever | |
Gedrukte ISBN's | 978-90-367-8597-6 |
Elektronische ISBN's | 978-90-367-8598-3 |
Status | Published - 2016 |